1982
18 november 1982
rift
r-
t
s-
is
gd
ie
de
i,om-
ien
lad
7
.tair
jevoegd
:i-
nog
in
2 le
srg
ting
euren.
het
s
1
ze
s
ieeft
Le
ïaken
id.
plan
ider-
Lano-
at
n krijg
woon
worden,
n GS
een
ale
wordt
Mijnheer de voorzitter, ik meen hier voldoende mee te hebben aangetoond,
dat de raad op de hoogte was hoe onwillig gedeputeerde staten waren en
dus nog zijn met betrekking tot woningbouw in Soesterberg. Maar de raad
had moed, was vastbesloten om die hordeloop te nemen en alles op alles te
zetten om zoveel mogelijk betaalbare woningen in Soesterberg te realiseren
Laten we ons wel bedenken, dat indien de Richelleweg er wel zou komen de
kosten voor geluidwerende maatregelen op de exploitatie-opzet van die
nieuwbouw drukken. Sociale woningbouw, betaalbare woningbouw kunnen we
dan volstrekt vergeten, maar aan dat soort woningen hebben we nu juist
behoefte. Zeer kwalijk is het, dat de meerderheid van de beroepschriften
commissie op grond van een verslag van een bespreking tussen twee partijen,
die zo dolgraag die Richelleweg willen, overstag gaat.
Ik ben van mening, dat indien je de raad adviseert de Richelleweg nu toch
maar aan te leggen zo'n advies niet louter en alleen gebaseerd mag zijn op
eenzijdige informatie. Als je naast rijkswaterstaat, die ging in beroep,
nog andere belanghebbenden wilt raadplegen om je advies op te stellen dan
moet je je niet beperken tot alleen G.S., de voorstander, maar zeker ook
bij de tegenstanders van de weg, zoals het adviesbureau A.G.V.de vereni
ging Soesterbergs Belang te rade gaan. Kortom, ik ben van mening, dat de
meerderheid van de commissie van de beroepschriften haar advies de ver
gunning alsnog te verlenen onzorgvuldig heeft voorbereid. Ik meen vol
doende te hebben weerlegd, dat noch van nieuwe feiten noch van een in
grijpend gewijzigde situatie sprake is ten opzichte van juni van dit
jaar. Ik hoop, dat deze raad eenzelfde moed zal kunnen opbrengen om
tegen veel weerstand in, maar gesteund door vele Soesterbergers andermaal
de aanleg van de Richelleweg af te wijzen. Laat onze zorg zijn (en ik heb
nu de brief van de vereniging Soesterbergs Belang voor me van 12 november
jl.) dat Soesterberg geen schiereiland wordt laat onze zorg zijn dat in
Soesterberg betaalbare woningbouw gepleegd kan gaan worden dat in
Soesterberg de middenstand niet uitsterft dat het dorp niet behoeft te
vergrijzen dat de jeugd in Soesterberg niet verdwijnt, omdat in Soester
berg geen betaalbare woonruimte is.
Mijnheer de voorzitter, is er nu toch weer sprake van een kloof tussen
burgerij en bestuur. Laten we het alstublieft dan zo ver niet laten komen,
dat wij geen recht doen aan de Soesterbergse bevolking en dat zij ver
plicht zijn om hun recht elders te gaan halen. Dit ten aanzien van agenda
punt 17. Ik zou graag op het voorstel van uw college ook commentaar geven.
De VOORZITTER Er is gevraagd of de behandeling van dit agendapunt eerst
kon, dat moeten we dan ook zo doen. Ik wil één ding opmerken voordat ik de
heer Van Logtenstein het woord geef. Als U het heeft over een onzorgvuldige
behandeling in de commissie moet ik U zeggen, dat wij als college hebben
te maken met het verslag en met het advies dus. Als ik zie, dat het advies
vijf volgetypte vellen is met een uiterst zorgvuldige formulering en be
handeling dan vind ik uw opmerking een belediging voor de ambtenaar.
Mevrouw ALLARD-KNOL Als ik het had over onzorgvuldigheid dan heb ik
gesproken over het feit, dat de commissie zijn advies heeft opgesteld
door zich eenzijdig te laten adviseren. Ik vind het onzorgvuldig als je
zo'n ingrijpend advies gaat opstellen, die contrair gaat aan een eerder
ingenomen standpunt. Je moet dan ook andere belanghebbenden horen voordat
je je advies opstelt. Dat vind ik onzorgvuldig.
Heer VAN LOGTENSTEIN Ik wil in eerste instantie op het laatste woord van
mevrouw reageren. Dat het contrair zou gaan is natuurlijk wat zwaar gesteld,
omdat de raad niet in absolute meerderheid in juni een beslissing heeft
genomen, maar de raad heeft bij zeer krappe meerderheid (13 tegen 12) een
beslissing genomen en ik kan niet zeggen, dat er nu dan vanuit de beroep
schriftencommissie ineens een heel andere beslissing zou komen.
10
-11-
ir,
jaar
jand
moeten
jebied.
is