18 november 1982
Daar staat helemaal niet woningbouw, maar er staat een andere bestemming.
Dat zou heel goed industrie kunnen zijn dat zou heel goed van alles
kunnen zijn behalve woningbouw en die kans is zelfs groot, want even
verderop in het verslag staat (in mijn eigen woorden vertaald) dat G.S.
de plaats uiteindelijk niet ideaal vindt.
Het laatste betreft een juridisch punt. Ik zou de raad willen adviseren,
ook al zou men inhoudelijk het hier mee eens zijn, het advies niet te
volgen omdat ik denk, dat het juridisch niet klopt. Ik heb mijn eigen
juridische afdeling daarover geraadpleegd. Er wordt nl. aangehaald de
mogelijkheid tot een vrijstellingsbepaling, artikel 30. Het grondgebied
betreft artikel 14 en artikel 14 wordt in de bestemmingsplanvoorschrif
ten bij artikel 30 niet genoemd. Dat wil zeggen, dat de gebuiksvoorschrif-
ten resp. de gebruiksverboden niet gaan over artikel 14, militaire doel
einden b. Dat is in dit geval voor sommige mensen misschien vervelend,
maar ik denk dat U een grote fout begaat als U in dit geval vrijstel
ling zou willen verlenen. Het kan naar mijn mening helemaal niet.
De VOORZITTER Zoudt U dit nog eens willen herhalen.
Heer BLOM In artikel 30, lid 1 van de voorschriften bestemmingsplannen
staat Het is verboden om a) op gronden waar op de hierna te noemen ar
tikelen van deze voorschriften betrekking hebben. Dan volgen een aantal
artikelen en daar zit 14 niet bij. b)niet bebouwde gronden waarop sub.
a genoemde artikelen alsmede artikelen 21, 23 en 24 van deze voorschrif
ten betrekking hebben. Ook daar zit 14 niet bij. Dan gaat het niet meer
om 2, maar om 3 waarover de vrijstelling gaat. 'Burgemeester en wethouders
verlenen vrijstelling van de in lid 1 van dit artikel bedoelde verboden,
mits deze vrijstelling etc.. Dat wil zeggen, dat het niet over art. 14
gaat in mijn optiek.
De laatste twee punten. Defensie bereid tot verkoop. In de tekst van het
verslag staat dat geenszins. Er staat het omgekeerde Wanneer de Richelle-
weg niet door gaat defensie niet bereid zal zijn tot verkoop. Er staat
niet als de afslag wel doorgaat men wel bereid is tot verkoop. Het punt
van de lawaaioverlast was reeds bekend in juni. De wet geluidhinder was
toen aangenomen en dat is geen nieuw feit.
Heer EBBERS Op 17 juni van dit jaar heb ik mijn stem aan het voorstel
van de Richelleweg niet gegeven en niet willen geven. Ik had toen eigen
lijk twijfels met betrekking tot het realiseren van woningbouw in de
bewuste driehoek bij de afslag. Ik heb het voorstel niet gesteund om het
wel te doen, met name omdat ik van mening was dat het op deze wijze mis
schien tot uitdrukking kan komen welk belang er gehecht dient te worden
aan woningbouw. Nu blijkt echter, dat er in ieder geval nu verschillen
ontstaan in vergelijking met wat ik toen gezegd heb, want G.S. lijkt nu
bereid te zijn medewerking te verlenen aan het realiseren van woning
bouw daar ter plaatse. Zo lijkt het althans als je de stukken er op na
kijkt het verslag wat de heer Blom al noemde is daaromtrent niet duide
lijk. Op grond hiervan vraag ik het college om van Gedeputeerde Staten
een duidelijk positieve uitspraak te vragen om bij de herziening van het
streekplan woningbouw in dit gebied mogelijk te maken en ook van Rijks
waterstaat zwart op wit haar medewerking hiertoe te verzoeken, zodat te-
zijnertijd bij de herziening van het streekplan van die zijde geen be
zwaren kunnen komen. Voorts eveneens zwart op wit medewerking van het
Ministerie van Defensie vragen om te zijner tijd de grond, die hiervoor
nodig is aan de gemeente Soest over te dragen. Tenslotte, nu reeds
tijdens de uitvoering van de werken aan rijkswaterstaat te vragen om
bijvoorbeeld, zoals bij Steenbergen en Utrecht bij rijksweg 28 gebeurd
is, daar nu al een geluidswal aan te leggen. Dat zou kunnen en hoeft in
dit geval helemaal niet veel te kosten. Dit betekent, dat de realisering
van woningbouw daar alleen maar verbetert en de geluidshinder daardoor
vermindert. Omdat deze vragen onmogelijk vermoedelijk nu in deze verga-