982
25 november 1982
Heer BLOM: Ik heb toen gezegd dat er een aantal posten waren onder de
f 1.000.een aantal die ons relatief erg veel pijn deden. Dat wil
zeggen dat ik die helemaal niet buiten de politieke discussie heb ge
houden.
Heer VAN GELDER: Ik heb een paar opmerkingen over hetgeen gezegd is, met
name door mijnheer Menne. Hij heeft politieke duidelijkheid geschapen,
dat is duidelijk. Welzijnswerk: knap dat zelf maar op en met een stukje offer
vaardigheid komen we een heel eind.
Amendement PvdA:
Vermindering bijdrage personeelsver. c.a. 17.8
Halvering jaarlijkse bijdrage brandweervereniging 0,0
Intrekking subsidie vereniging bescherming dieren 2,8
Intrekking subsidie ststudiecentrum verkeerstechn. 0,2
Halvering dubsidie patiëtenvereniging 0,3
Culturele vorming schooljeugd 10,0
Intrekking subsidie onderwijs aan zieke kinderen 0,0
Intrekking studietoelageverordening 0,0
Beëindiging subsidie oranjeverenigingen 7,9
Intrekking subsidie mij. tot het algemeen 0,2
Intrekking subsidie Instituur voor natuurbesch.ed. 0,0
Vermindering bijdrage muziekschool 16,3
Beëindiging jaarlijkse storting fonds kunstaank. 0,0
Vermindering bijdrage bijzculturele manifestaties 3,0
Beëindiging subsidiëring zaalhuren 0,6
Vermindering bijdrage St.Jeugdzorg 25% per 1/7/83 26,0
Vermindering subsidie Artishock per 1/7/83 58,0
Beëindiging subs.Vrije Teugel per 1/7/83 35,3
Beëindiging subsidie sociaal cultureel werk 10,0
Vermindering subs. jeugdwerk Soesterberg met 15% 3,5
Vermindering subs.St.Jongerencentrum met 25 8,0
Verm. subsidie amateuristische kunstbeoef. 25% 5,1
Vermindering subs.St.Peuterspeelzalen per 1/7/83 10,0
Intrekking subsStichting hulpcentrale Soest 0,0
Totaal f 1184.000.
Heer MENNE: Dat heb ik natuurlijk niet gezegd.
Heer VAN GELDER: De heer Verheus heeft dat toch ook min of meer bevestigd
op het moment dat hij zegt: "Wij zijn het niet eens met de PvdA, want dan
brengt het nog minder op".
Heer MENNE: Essentiele taken op het gebied van welzijn blijven behouden.
Heer van GELDER: Ja, dat is uw interpretatie vanwat essentieel is en wat
niet essentieel is.
Heer MENNE: Democratie beslist wat essentieel is.
Heer VAN GELDER: Ja, niet u dus.
Heer MENNE: Daar heeft u gelijk in en dat zullen we dan wel merken.
Heer VAN GELDER: Ten aanzien van het punt huisvesting. Ik heb problemen
met de manier waarop u het neerlegt als Huisvesting zou onvermijdbaar
zijn en dat er een plicht en verantwoordelijkheid zou zijn. Die is toch
ook bij u. Vanuit mijn fraktie heb ik vanaf het begin duidelijk gemaakt
dat wij aan de beste oplossing voor de huisvesting willen meewerken,
indien die dekking aangegeven wordt. Dus als u zegt: het is onvermijdbaar
en je bekijkt het maar raad en jullie zijn verantwoordelijk voor de problemen
Dan zeg ik onmiddellijk terug: College, geef de dekking aan waar het uit moet
komen en wat mijn fraktie betreft zullen wij aan een fatsoenlijke oplossing
van de huisvesting onze medewerking willen verlenen.
Ik wil ten aanzien van de moties iets zeggen. De belangrijkste reden waar
om wij de motie nr. III, die van de groep Zegers, hebben ingebracht is dat
wij het een bijzonder goed voorstel vonden en dat wij toch van mening
waren dat het beter had verdiend dan wat er nu mee gebeurd is.