25 november 1982
Mevrouw ALLARD: Mijnheer Menne, die moet u erbij optellen, dat heeft u nlj
in een informele raad, toen ik daar een vergissing mee maakte, mij uiterst
kwalijk genomen dat ik dat niet zag.
Heer MENNE: Die tweede regel slaat op de status van indicatie, zoals om
schreven onderaan blz. 5. De eerste regel is vast.
De VOORZITTER: De eerste regel is nominaal, de tweede regel is indicatief.
Wij zullen in ieder geval dit nog eens een keer, ook in de brieven, aan de
instellingen zeer helder en duidelijk weergeven.
Heer VAN GELDER: Daar is mijn fraktie het dus niet mee eens. Wij vinden dat
u in die brief moet zetten dat het ook volgend jaar f 58.000.zal zijn.
Ik denk dat, gezien het generale karakter, ik dat ook als een motie in
stemming gebracht zou willen zien, dat de bedragen zoals we ze nu vast
stellen aparte besluitvorming behoeven. We willen dat de nominale bedragen
voor 1984 anders zullen worden.
De VOORZITTER: Dat vind ik ook ingewikkeld geformuleerd. Ik hou het even,
voor de duidelijkheid, op de bedragen a van 1983, in dit voorbeeld van
Artishock, op f 58.200.voor 1984 nominaal f 121.400.en 1985 nominaal
f 126.400.Dat is de mening van het college. En de tweede regel
f 242.800.indicatief. Zo behoor je dat te lezen. Want anders komen
wij ook niet uit met ons voorstel, want we hebben met name het eerste jaar
pas op 1 juli laten ingaan om juist de personeels konsequenties en de
afwikkeling daarvan voldoende tot z'n recht te laten komen. Daarom hebben
we dat geschoven van 1 januari naar I juli.
Heer VERHEUS: Voorzitter, mag ik daar even op reageren. We kunnen ons nu
niet vastleggen voor 1984, dat komt bij de begroting. Maar als we nu, dan
ga ik het heel zwart wit stellen wat nu van de kant van het college gebracht
is, met de huidige voorstellen voor 1983, ik geef maar een fiktief bedrag,
f 1.000.000.bezuinigen voor een halfjaar, dan zouden we dus in 1984 voor
een jaar f 2.000.000.hebben. Dus zouden we f 1.000.000.ekstra hebben
voor andere dingen. Ik denk dat dat te ver gaat om daar nu over te beslissen.
Dat houdt in, dat je nu de instellingen al flink gaat korten en je weet
in 1984 niet hoe het zit.
De VOORZITTER: Daarom hebben wij al gezegd: Je kan daar nu niet over be
slissen. Alleen indicatief is het van belang om aan te geven hoe de zaken
lopen. Natuurlijk is het zo dat de getallen van de nominale bedragen van 1983
doorwerken in 1984 en 1985. Ik geloof dat het van onzorgvuldigheid zou
getuigen als over deze zaak voor de jaren 1984 en 1985 onduidelijkheid
blijft bestaan. Dat is duidelijk het geval op het ogenblik. Dan zeg ik het
volgende: Ik zou willen voorstellen dat het college daar in geschrift een
duidelijk voorstel op tafel legt. Dat zullen we formuleren en aan u voor
lezen. We zullen dat volstrekt duidelijk maken wat we daarmee bedoelen,
zodat daar geen enkel misverstand over bestaat.
Heer VAN GELDER: Ik vind dat dat niet zo kan. We beslissen nu over 1983,
ik denk dat dat een duidelijke zaak is. De begroting 1983 die moet nog
komen. Het echte inzicht in de cijfers hebben wij niet. Ik vind dat wij
toch al erg ver gaan om al deze beslissingen te nemen, zonder dat de bijbe
horende andere cijfers er zijn. Ik denk, dat wij er goed aan zouden doen
om ektra polaties naar 1984 - 1985, voor zover ze hogere nominale bedragen
betreffen dan wat we nu beslissen, niet eerder te doen dan tenminste na de
begrotingsbehandeling 1983.
De VOORZITTER: Ik begrijp dat u dat wil. Aan de andere kant moet ik u zeggen
dat het voorstel van het college zo heeft kunnen luiden, als het is gedaan,
doordat men tevens naar 1984 en 1985 heeft gekeken. Dus moet je dat nu ook
in je brief aan de instellingen duidelijk maken waar het college naar toe
gaat koersen, bij gelijkblijvende omstandigheden, in die jaren 1984 en 1985.
Dat lijkt mij verstandig. Wat is nu de formulering precies. Ik zou toch
even willen vasthouden aan mijn voorstel dat wij zo nog even een formulering
precies duidelijk op schrift zetten, zodat daar geen misverstand over is.
Dat zullen we even samen met de ambtenaren doen. Dat lezen we u dan even
duidelijk voor. 3]