18 maart 1982
begroting 1983 teruggebracht moet worden, maar ook nog als een aan
wijzing voor het te voeren beleid voor het lopende begrotingsjaar.
Mijn fraktie kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat er een
struktureel tekort is ontstaan in de loop van de jaren 80 en 81.
Dit strukturele tekort zal zich ook dit jaar manifesteren tot een
bedrag van zo'n 2 miljoen. Daarom is het van groot belang, dat
met name de uitgaven van het lopende jaar nauwlettende in de gaten
worden gehouden. Het college en de raad zullen bij alle nog in te
dienen voorstellen ook moeten weten of dekking voor de lasten beschik
baar is. Verder is het noodzakelijk, dat in de primitieve begroting
geraamde bedragen zo nauwkeurig mogelijk gehandhaafd blijven en als
limiet voor het lopende jaar gelden. U bent nu meer dan ooit ge
dwongen tot een kredietbewaking over te gaan. In uw voorstel gaat U
er van uit, dat U voor de begroting 1983 de nullijn konsekwent wil
doorvoeren. Mijn fraktie is het daarmee niet eens. Wij zijn van mening
dat het nodig is voor 1983 onder deze nullijn te gaan zitten, gezien
het strukturele karakter en het zich aandienende tekort. De tweede
door U voorgestelde maatregel om 6% in plaats van 7% prijscompensatie
als dekking voor het tekort van 1983 aan te wenden is een aanname
waarin wij ons wel kunnen vinden. Het kan bij het schrijven van
het Minsterie van Binnenlandse Zaken in juli aanstaande nog wel eens
lager uitvallen dan de opgegeven 7%. Overigens betekent dit, dat U
bij de toepassing van deze dekkingsmethode eigenlijk al onder de nul
lijn gaat werken. Het benutten van een trendmatige verhoging van de
belasting lijkt ons alleen aanvaardbaar als alle andere methoden
onvoldoende soulaas bieden. Allereerst zullen via de door U thans
gehanteerde projectmethode de nodige ombuigingen dienen plaats te
vinden, waardoor het tekort teruggedrongen wordt.
(Mevrouw van Stiphout-Croonenberg verschijnt ter vergadering)
Heer EBBERS Overigens dient naar een hogere dekkingspercentage te
worden gestreefd in de dienstverlenende sector. Wel verwachten wij van
U, dat U één en ander langs wegen der geleidelijkheid laat verlopen en
juist met het oog op de toekomst verwachten wij hiervan een voorstel
van U. Wij gaan accoord met de op pagina 6 van uw voorstel ge
noemde uitgaven te bevriezen. U bent er dan nog niet mee. Mijn fraktie
vindt dat alle nog te nemen beleidsbeslissingen die mogelijk uitgesteld
kunnen worden nog bekeken dienen te worden. Dit geldt niet alleen voor
het gemeentelijk apparaat, maar ook voor verenigingen en instellingen
waarbij de gemeente financieel betrokken is. Ook hier dient te gelden
dat er reeds in 1982 omgebogen dient te worden. Het lijkt ons derhalve
nuttig hen dit duidelijk mede te delen. Wat ons teleurgesteld heeft in
uw voorstel is, dat U thans de meerjarenbegroting en financieel beleids
plan voorlopig wilt laten rusten. Mijn fraktie is er van overtuigd, dat
juist nu deze beleidsinstrumenten meer dan ooit noodzakelijk zijn.
Overigens lijkt het ons best mogelijk thans via de projectenmethode
hiertoe te komen. U wilt immers via deze methode de hele begroting
doorlopen en op die plaatsen waar beïnvloeding van de begroting mogelijk
is aangeven waar bezuinigingen mogelijk zijn. Vooralsnog zouden wij U
in overweging willen geven hier toch nog eens over na te denken. Met
betrekking tot het voorstel uit de financiële commissie om een werkgroep
te formeren kunnen wij onder voorwaarden hiermee accoord gaan. Wij zijn
van mening, dat de vergaderingen van de werkgroep besloten moeten zijn.
De leden bij voorkeur leden dienen te zijn met een financiële achter
grond. Alle frakties moeten zich met het voorstel kunnen verenigen.
Ik sluit mij overigens aan bij hetgeen mevrouw Van Gelder heeft gezegd
ten aanzien van de taakstelling. Ik had eigenlijk een wat uitgebreidere
taakstelling verwacht en ik ben het met de formulering van mevrouw Van
Gelder hierover eens.
-8-