18 maart 1982
ligt de zero-base budgetting ten grondslag. Wat wil zeggen Steeds
opnieuw afwegen of bestaande als ook nieuwe uitgaven nodig zijn dan
wel drastisch verminderd kunnen worden. Met onze huidige minder snelle
economische groei is kostenbewust handelen een noodzaak geworden.
De voorgestelde ombuigingsoperatie omvat in uw voorstel belasting
verhoging en projectenlijsten samenstellen. Het zal U duidelijk zijn,
dat wij een totaal andere methode voorstaan. Het beleidsplan moet ge
actualiseerd worden wat betreft doelstellingen, aktiviteiten en mid
delen op grond van de zero-base gedachte. In feite dus alles ter dis
cussie stellen. Het beleid wat hier uit voortvloeit financieel ver
talen in een meerjarenbegroting. In de praktijk zal het er op neer
komen dat in de eerste fase van het actualiseren van het beleidsplan
alleen die doelstellingen, aktiviteiten en middelen opgevoerd worden, die
minimaal zijn voor het uitoefenen van de taak als gemeentelijke overheid.
Het valt te verwachten dat hierboven geldmiddelen beschikbaar zijn. Dan
wordt de tweede fase ingevoegd en ga je gefaseerd door totdat het beoogde
evenwicht tussen inkomsten en uitgaven is bereikt. Vervolgens moet je
dan wel de vinger aan de pols blijven houden om tijdig bij te sturen
als er iets mis dreigt te gaan. In dit verband is tussentijdse rap
portage van verwachte over- of onderschrijdingen van begrotingsposten
onontbeerlijk. Tevens wordt er mee voorkomen dat een paar jaar later
je wordt gekonfronteerd met een jaarrekening die een miljoenentekort
vertoont. Kortom, mijnheer de voorzitter, ons staat een totaal andere
aanpak voor ogen om voor 1983 en de daarop volgende jaren greep te
krijgen en te houden op de gemeentelijke inkomsten en -uitgaven. Met
de methode zoals het college in deze nota voorstelt kunnen wij dan ook
niet accoord gaan, omdat wij van mening zijn dat deze aanpak volstrekt
onvoldoende zal blijken te zijn om de problemen van vandaag en die
van morgen op te lossen. De keuze die nu gemaakt wordt is bepalend voor
een jaarlijks partijtje paniekvoetbal of het ontwikkelen van een methode
waarbij de gemeentelijke organisatie het bestuur de noodzakelijke alter
natieven voorlegt. Vanwege deze fundamenteel andere benaderingswijze
kunnen wij ook niet accoord gaan met het voorstel van het C.D.A.. Op
het eerste gezicht lijkt het een best aardige suggestie om vijf raads
leden nauwer te betrekken bij voorstellen om tot bezuinigingen te komen.
Op het tweede gezicht heeft het zelfs gevaarlijke kanten. Het wekt de sug
gestie de oplossing te zijn,maar dat kan het nooit zijn omdat er geen
beleid aan ten grondslag ligt en daarom ook niet fundamenteel genoeg
kan zijn. Dit nog afgezien van de zeer lelijke schoonheidsfout in de
brief van het college waarin accoord wordt gegaan met een dergelijke
werkgroep en waarin dan gesteld wordt dat de resultaten van de werk
groep aan ons college worden voorgelegd en voorzien van een oordeel.
Dan zijn we wel omgekeerd bezig. Vanuit de raad is toch een dagelijks
bestuur gevormd, die het beleid moet voorbereiden en met voorstellen
dient te komen en een oordeel vraagt aan de raad. Wij zijn van mening,
dat dat dagelijks bestuur niet alleen hun huiswerk moet blijven maken,
maar ook een dagtaak moet blijven vervullen en dat die taak niet mag
worden overgedragen aan een aantal - overigens goedwillende - part
timers. Niet naast de commissies nog eens een werkgroep in het leven
roepen, maar in samenwerking met de commissies van advies en bijstand
- zeker met de financiële commissie - het voorwerk doen voor de om
buigingsoperatie en tevens zoeken naar bijsturingsmogelijkheden als
bij tussentijdse rapportage van een lopend begrotingsjaar blijkt, dat
begrotingsposten dreigen te worden overschreden.
Heer VISSER Mijnheer de voorzitter, al in de vijfde regel van uw voorstel
heeft U het over een evenwichtig beleid. Die term wordt al 35 jaar in
dit dorp met een rampzalig financieel verleden gehanteerd. Maar in de
-10-