15 april lg:
Er is zorgvuldig overleg geweest met de kermisorganisatie over de gang
van zaken; eerst naar aanleiding van de kermis die daar gehouden zou
gaan worden en daarna naar aanleiding van de ervaringen die opgedaan
waren. Vandaar dat U een aantal voorwaarden in het definitieve voorstel
terugvindt. Die evaluatie heeft wel degelijk plaatsgevonden. Het is be
sproken in de commissie A.B.Z. en het probleem wat in de commissie
meespeelde was het aspect van de school en de examens en daarvoor heb
ben we een bevredigende oplossing gevonden. Inzake het op zondag kermis
houden is het natuurlijk zo, dat een ieder daar zijn eigen opvatting
over mag hebben. Het is een afweging van beide zaken en wij kiezen nu
dat de kermis ook op zondag open mag zijn maar dan vanaf 14.00 uur.
Ik voel er niets voor om na de investering die we al gedaan hebben nu
na één jaar al weer naar een andere plek uit te kijken. Het college
heeft op de dag dat wij commissie A.B.Z. hielden die brief van de
sportstichting gekregen en de heer Plomp kan daar nog nadere infor
matie over geven. Het college heeft gemeend dat dit terrein juist is
voor dit soort evenementen en niet de juiste plaats is voor een sport
hal of iets dergelijks, derhalve kunnen wij daar nu niet verder op in
gaan. Als er sporthallen gebouwd moeten worden in deze gemeente zal dat
een punt van ruimtelijke ordening zijn waar dat het best kan. Ik wijs er
op dat deze raad een uitspraak heeft gedaan en een principeplek heeft
aangewezen aan de Dalweg.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM Deze brief van de sportstichting komt
op het laatste moment en is noch in de commissies A.B.Z. als in R.O.
aan de orde geweest. Ik weet dat het in de sportstichting commissie
uitgebreid aan de orde is geweest in een besloten vergadering. Dan vind
ik het niet juist dat dit zo wordt afgedaan. Ik ben het met U eens dat
we daar nu niet op in kunnen gaan, maar in de volgende commissie R.O.
of A.B.Z. moeten wij wel duidelijk op de hoogte gesteld worden.
De VOORZITTER Als U nog nadere toelichting wilt dat kan dat wellicht
nu al gegeven worden.
Heer PLOMP De vergadering van de sportstichting heeft zeer kort voor
de vergadering van A.B.Z. plaatsgevonden. Er is inderdaad een particu
lier initiatief met betrekking tot een sporthal in de sportstichting
besproken. Vanuit de sportstichting is in overleg met de initiatiefnemer
gevraagd deze zaak niet naar buiten te brengen voorts is gevraagd dit
voorstel tijdig bij burgemeester en wethouders aan de orde te stellen
omdat de initiatiefnemer op de hoogte was van het feit dat één dezer
dagen de kwestie van de kermis aan de orde zou zijn en het in dat geval
wellicht gunstig was dit in ieder geval nog even kenbaar te maken per
post aan het college. Het stadium waarin de plannen momenteel zijn, zijn
nog niet zodanig dat dit naar buiten kan en daarom is in overleg met de
initiatiefnemer besloten deze zaak nog niet naar buiten te brengen tot
dat de plannen verder zijn uitgewerkt. De initiatiefnemer weet, dat over het
terrein wat zijn voorkeur had vandaag in de raad wordt gesproken met betrek
king tot de kermis.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM Ik wil U dan toch voor verzoeken ons voor
stel over te nemen en te beslissen dit terrein voor een jaar als kermis
terrein aan te wijzen. Er kan nu wel gezegd worden, dat we die 57.000,
investeringskosten kwijt zijn, maar het kan zijn als we die grond verkopen
het er dubbel en dwars weer uithalen.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN Ik begrijp niet wat de overweging zou zijn
dit voor een jaar vast te stellen. Het is een besluit wat de raad neemt en
naar mijn gevoel is het zo, dat er op dit besluit teruggekomen kan worden,
als er zich andere omstandigheden voordoen.
De VOORZITTER In de wet staat, dat de raad besluit over plaats en tijd
van de kermis. Dat betekent dat de raad dat altijd weer kan veranderen,
zoals dat ook regelmatig gebeurt. Waar het mevrouw Greefhorst om gaat is