21 mei 1981
Ik kan mij indenken, dat wij als raadsleden t.a.v. voorschriften, die
er zijn wel eens in de problemen kunnen komen en dat er dan een hogere
instantie is, die met een bepaald voorschrift in de hand zo'n bedrijf
daar ongedaan kan maken, omdat er in de omgeving misschien enkele
mensen zijn die daar zogenaamd hinder van ondervinden. Ik vind het
alleen treurig, dat dit al zo lang heeft kunnen doorgaan. Er zijn, als
ik het goed begrepen heb, aan beide kanten nogal wat foutjes gemaakt.
Maar wij moeten zo dadelijk de beslissing nemen om deze man als het
ware brodeloos te maken. Datgene, wat hij nu niet meer mag doen is
voor hem een hele belangrijke bron van inkomsten. Ik ben er van over
tuigd, dat er in onze raad nog meer mensen zullen zijn, die zeggen
dat zij dit besluit nemen met pijn in hun hart. Ik doe het zeker met
pijn in mijn hart, want ik weet wat het betekent in deze tijd, als je
niet meer kunt werken omdat er geen werk meer is, maar ik vind het nog
erger als er werk is en het wordt je verboden. Daarom, mijnheer de
voorzitter, vind ik het een moeilijke beslissing. Ik weet dat daar een
gezin en nog een paar werknemers bij betrokken zijn. Ik ben tegen het
standpunt van het college om dit te doen. Ik vind, dat ik als raadslid
daarvoor de verantwoording niet kan nemen. Het is voor mij zo, dat als
deze man zijn werk ontnomen moet worden dat de Inspecteur van Volksge
zondheid maar moet doen. Ik wens daar als raadslid niet aan mee te
werken. Dit als mijn stemverklaring.
Heer KINGMA De rest van de fraktie heeft dezelfde problemen als de
heer van den Brakel, alleen is het zo dat het advies - hetgeen meerdere
malen uitgebreid in de commissie is besproken - van de Inspecteur van
Volksgezondheid heel hard bleef staan hij bleef daar heel nadrukke
lijk op staan en daar viel niet aan te tornen. Daar zijn alle mogelijke
methoden voor gehanteerd in overleg met U om te trachten mogelijkheden
te zoeken. Die blijken er gewoon niet te zijn en dat is voor ons dus
danig zwaarwegend, dat wij menen dat wij dit besluit zullen moeten
nemen, hoe moeilijk ons dat ook valt.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM In onze fractie leeft dit natuurlijk
net zo, maar wij zitten hier voor de totale bevolking dus ik denk dat
wij het totale rapport van de Inspectie van Volksgezondheid terdege
bij onze besluitvorming moeten betrekken. Het is inderdaad erg naar,
dat daar misschien werkgelegenheid mee verloren gaat en dat iemand, die
geïnvesteerd heeft, jong is en hard wil werken, daar misschien de dupe
van wordt, maar alles overwegende moeten wij toch met uw voorstel mee
gaan. Zoals ik reeds zei, wij zitten hier voor iedere burger en ook
voor het milieu moeten wij er de aandacht bijhouden en er zijn mensen
in die omgeving, die er erg veel last van hebben. Wij gaan dus met uw
voorstel accoord.
Heer MENNE Mevrouw Korthuis vraagt terecht naar het overleg, hetgeen
in de voorlaatste commissievergadering beloofd was. Op 8 mei is uitge
breid overleg geweest alles is nogmaals op een rijtje gezet. Gesproken
is ook nog over de verplaatsingmogelijkheden - met name de financiële
kant daarvan - maar het blijkt echt niet mogelijk. Het is natuurlijk
jammer en zoals reeds gezegd is een afweging. Deze man heeft een benzine
pomp, wasserette een tectyleerstation en in dat spanningsveld van wat
geproduceerd wordt en wat nu toelaatbaar is in een woonwijk kan het wel
eens zijn, dat er toch bepaalde dingen bij die afweging negatief uitvallen
voor het produceren. Op dit moment is het zo dat het tectyleren voor dit
bedrijf het belangrijkste is, zodat hij daar inderdaad een flinke knak
mee krijgt. Ik ben daar helemaal mee op de hoogte.
-11-