19 juni 1981 U stelt dat de methode Berenschot goed is geweest en dat wij daarmee door moeten gaan. Ik wil dat onderstrepen. Wij komen tot de conclusie, dat wij op dit moment althans met die methode kunnen werken. Ik hoop, dat wij bij de begroting 1982 weer zo'n meerjarenschema zullen kunnen presenteren. In ieder geval is die uitgave om een methode te introdu ceren, waardoor wij nu deze voorstellen kunnen doen, uiterst verant woord geweest. U heeft iets gezegd over de sanering van het grondbedrijf als het gaat om de gronden wat doen we nu met de gronden en hoe gaat het daar mee verder en het hele planologische verhaal, want het is niet alleen een financieel verhaal. Wij zijn drukbezig met voorstètlen op dit punt. Er is intern erg veel overleg op dit ogenblik om daar zo snel mogelijk met voorstellen te komen. Ik constateer, dat U ook als het nodig is inderdaad het rioolrecht wil gaan invoeren. Dat is inder daad niet leuk, dat beseffen wij heus wel met z'n allen, maar U ziet dat het uit financiële overwegingen onontkoombaar is. Ik constateer, dat U daarbij een paar punten heeft gesteld. Ik zou met name over die voorwaarde dat de vervuiler betaalt willen zeggen, dat als wij over die invoering verder bij de begroting 1982 gaan praten dit dan een punt van gesprek wordt. Heer KINGHH Ik heb heel duidelijk gezegd, dat het een voorwaarde is willen wij accoord gaan. De VOORZITTER Daarvan kan ik dan op dit moment niet anders zeggen dan dat ik op dit moment geconfronteerd wordt met deze mogelijkheid en ik wil het straks nog wel even in b&w bespreken,maar op dit moment zou ik willen zeggen dat wij er inieder geval aandacht aan willen besteden in de komende tijd en wij komen er op terug. Wat de inhoud van onze reactie op dit punt is weet ik nu nog niet. Daarvoor is nadere studie vereist en dat kan je niet zo maar zeggen, dacht ik. Ik hoop, dat U daarmee accoord kunt gaan. Dan kom ik op de meer technische aspecten over aansluitkosten eventueel, dat is ook een zaak die daarbij hoort en zeker nader overlegd moet worden met de financiële commissie over hoe dat dan verder ingevoerd moet worden per 1 januari a.s.. U weet, dat belastingvoorstellen in de oktoberraad moeten worden vast gesteld voor het jaar wat daarna komt. Wij komen dus zeker meteen na de vakantie daarover weer verder te spreken. Ik constateer, dat D'66 het allemaal met gemengde gevoelens heeft be keken. Dat is eigelijk al bekend U heeft zich steeds vrij kritisch opgesteld. U bent ook blijdat het in ieder geval nu gebeuren gaat; saneringen, die noodzakelijk waren en die U al tijden geleden had ge signaleerd. Aan de andere kant wijs ik er op, dat als je tot zo'n ver gadering wilt komen als vanavond je daar nu eenmaal de tijd voor nodig hebt om dat zorgvuldig op te zetten. Dat blijkt. Ik ben erg blij, dat wij in ieder geval, 2 dagen voordat het voorjaar begint de voor jaarsnota kunnen behandelen, mijnheer Jonker. Die kwetsbare groepen haalt U er terecht bijWij menen met de keuze daarbij erg zorgvuldig te werk zijn gegaan. U weet ook wel hoe moeilijk de problemen waren en als je zegt dat er bij een aantal voorstellen misschien ook leden van kwetsbare groepen of hele groepen betrokken zijn dan zou ik dat graag nog eens nader van U toegelicht willen zien, want daar kan ik dan beter op reageren. Inzake de reserve van het gasbedrijf. Ik zei daarnet, wij hebben nog maar één reserve, als ik natuurlijk zeg over de reserve van het gasbedrijf en er komt een voorstel over de reserve dan is dat natuurlijk wel een zaak die bij die opmerking hoort. Wij vinden dat noodzakelijk. -17-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 202