19 junil981
nr. 12 uitbr. personeel begraafplaats. Dit kan dan achterwege blijven,
omdat dan ook onderhoud efficiënter kan worden gedaan en met
de huidige bezetting mogelijk is.
nr17 Zoals U heeft gezien hbbben wij gezamenlijk een motie ingediend
die we bij dit punt zouden willen bespreken. Wij dachten dat
het gaat om een zaak, waar alleereerst een zeer eensgezind
beleid van de raad nodig is. Daarom waren we ook gaarne bereid
om ons eigen voorstel, dat met andere woorden was geformuleerd
maar in essentie overeenkwam,te laten vervallen en derhalve
de motie mede ondertekend hebben. Omdat we niet dachten, dat
het in het belang van het onderwerp was als er allerlei ver
schillende voorstellen voor op tafel zouden komen, die in
essentie toch overeenkwamen. Wij hechten er zeer aan dat onze
bedoelingen aan duidelijkheid niets te wensen overlaten en we
willen met ons allen met de grootste zorgvuldigheid uiteenzet
ten wat we bedoelen. Reeds lange tijd wordt er over gesproken,
dat gemeentewerken in een te ruime jas zit. Het afslanken is
echter niet eenvoudig, waarbij het vooral een gezamenlijke in
spanning zou moeten zijn en in goed overleg moet plaatsvinden
tussen bestuur en personeel. Er zijn een aantal commissies,
zowel van de raad als van het personeel hier bij betrokken en
in al die verschillende organen zal uitgebreid overleg moeten
plaatsvinden over de stappen die genomen gaan worden. Na een
eerste aanzet door wethouder Ebbers indertijd en daarna opge
volgd door de huidige wethouder wordt er nu al vele jaren ge
werkt aan het herstructureren bij gemeentewerken en wij weten,
dat daar ook voortgang wordt gemaakt. Vorig jaar hebben wij
ook in de commissie R.0. gesproken over het onderzoek wat door
de V.N.G. al werd gedaan tussen een integratiesamenwerking
tussen de afdeling R.0. en de stedebouwkundige afdeling op
gemeentewerken. Ik meen, dat dat bijna is afgerond. Er zijn
ook al duidelijk - wat uit de stukken blijkt - aanzetten tot
afslanken gegeven. Ook in uw eigen nota op blz. 9 stipt U
aan dat er organisatorische maateegelen moeten worden genomen
en in uw antwoord op vraag 53 stelt U zelf ook al, dat U
zich afvraagt of niet voor een goede doorzet een organisatie
onderzoek nodig zal zijn. Welnu de motie, zoals wij die be
doeld hebben is om U als college en in het bijzonder de be
trokken wethouder een hart onder de riem te steken, dat wij
met z'n allen positief maar ook toch wel in flink tempo hier
verder aan willen werken. We vragen U kortom om zo spoedig
mogelijk - in ieder geval voor de begroting 1982 - met een
uitgewerkt voorstel uwerzijds, hoe U denkt dit aan te pakken,
te komen en die te bespreken in de betreffende commissies.
Zowel het voorstel omtrent de aanpak inhoudelijk, maar ook
wat betreft de financiële consequenties voor de korte en de
lange termijn. Punt 3 halen wij naar voren,
nr. 18 uitbreiding pers. t.b.v. plantsoenen. Voorshands zijn wij daar
niet mee accoord en zouden we dat willen bespreken. Graag zien
we in de commissie openbare werken een onderhoudsplan tege
moet, in die zin een plan waarbij het onderhoud van de plant
soenen versoberd wordt.
-31-