19 juni 1981 Heer PLOMP Ik dacht, dat wij in de onderhandelingen die wij dan zullen voeren rekening zullen houden met hetgeen door de heer Kingma, ook namens anderen is gezegd. Dat is een toezegging, die duidelijk moge zijn. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag over post 41. Of die post eerst besproken kan worden in het hoofdenconvent Heer PLOMP Alle zaken de begroting betreffende worden op enigerlei moment voordat de begroting ingediend wordt met de scholen gesproken. Voor dit punt zal dus geen uitzondering plaatsvinden. De B-lijst wordt met de punten 14 tot en met 41 eveneensaangenomen. Lijst C. Mevrouw KORTHUIS-ELION Over punt 17. Als ik de wethouder zo hoor spreken en ik gedachtig ben onze eigen woorden ter toelichting van de motie, dacht ik dat we niet zo ver van elkaar stonden als de wethouder misschien in zijn beantwoording doet denken. Het is alleen zo, dat hij natuurljjk veel dichter betrokken is met het hele bestel op gemeente werken en dat hij daarom nog eens zeer uitdrukkelijk vooropstelt, dat hij niets kan en wil laten gebeuren dan in overleg met het personeel. Maar ik dacht, dat wij dan ook helemaal op dezelfde lijn zaten, want ik heb uitdrukkelijk bij de toelichting genoemd dat het om een zeer zorgvuldige en gezamenlijk inspanning zou gaan in goed overleg met de verschillende commissies, die op dat gebied bestaan Er is misschien een klein punt, waar we enigzins misschien vanuit een andere positie spreken. Dat is dat hij iets meer het personeel vooropstelt, omdat hij er iets meer bij betrokken is. Terwijl wij toch vinden, dat we als hoogste beleidsorgaan zeker in de vorm van een motie ter ondersteuning van het beleid van het college mogen stellen hoe wij over die dingen denken en dat niet bedoelt op enigerlei wijze als een inbreuk op het gezag en vertrouwen. Ook nog eens onderstrepend, dat wij vinden dat het een stimu&ans nodig heeft en een extra nadruk. Ik zou U daarom toch willen voorstellen de motie als een ondersteuning van uw beleid te zien, zoals wij dat indertijd ook hebben gedaan ter ondersteuning van het beleid voor de woningbouw. Toen was het met name voor de burgemeester om naar Den Haag te gaan. In diezelfde strikt positieve zin zou ik die motie willen verdedigen en ik zou willen voorstellen iets in te perken bijvoorbeeld na Overwegende doorgaan met dat het wenselijk is vast te stellen hoe de reële organisatie van de dienst Gemeentewerken er uit zou moetenzien etc. Het tussenlig gende zou dan kunnen vervallen. Dan dat daartoe een organisatie-onderzoek nodig is, etc. dan naar boven halen gelet op de voorjaarsnota en de beantwoor ding van ter zake gestelde vragen, waarbij dan tegelijkertijd aan dacht geschonken zou moeten worden aan daarna komen de suggesties, verzoekt het college van B&W in overleg met de betrokkenen, commis sies en organen van overleg op zo kort mogelijke termijn een orga nisatie-onderzoek als aangegevn te laten plaatsvinden en de resul taten daarvan voorzien van een advies zo spoedig mogelijk voor te leggen aan de raad. De rest handhaven en bij punt 3 toevoegen nadat overleg daartoe in het najaar heeft plaatsgevonden. Dan gezien in dezelfde sfeer waarin we een paar maanden geleden die huisvestingsmotie hebben aangenomen en helemaal tegenover het per soneel niet bedoeld om over hun hoofden heen allerlei dingen door te drukken, maar wel als stimulans. -43-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 228