15 oktober 1981
- zeg maar - tot het beleid van de kleine "snippers" en in die sfeer moet
U het zien. Het past qua aard ook niet in die grote transacties, die
allemaal aan de gang zijn. Vandaar dat wij hebben gedacht, er zijn nog
wel meer van die kleine stukjes misschien. Bovendien hebben wij gevraagd
aan de afdeling ruimtelijke ordening of het nog van belang is voor
eventuele bestemmingswijzigingen binnen dat gebied en dat schijnt ook
niet het geval te zijn. Het valt dus helemaal buiten de hele transactie,
die wij op dit moment voeren.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
6. Voorstel tot het uitnemen van gronden uit complex XVI (overige gronden)
van het grondbedrijf.
7. Voorstel tot wijziging van het algemeen ambtenarenreglement.
8. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een
beslissing op een door de Technische Industrie Bevordering B.V. (T.I.B.)
ingesteld beroep tegen de geweigerde bouwvergunning.
9. Voorstel tot het geven van een straatnaam.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
10. Voorstel tot vaststelling van diverse rechten en belastingen voor 1982
(aanvullingsvoorstel inzake onroerend-goed belasting)
De VOORZITTER Ik heb begrepen, dat mevrouw Van Gelder heeft gevraagd om
eerst een punt van orde te stellen bij dit voorstel.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN Ik zou de raad graag willen voorstellen
om het voorstel om de reinigingsretributie te verhogen met 4% een maand
aan te houden. De overweging daarvoor is het volgende. Na een overgangs
periode van twee jaar is de afvalstoffenwet in werking getreden. Volgens
die afvalstoffenwet heeft de raad de bevoegdheid om twee verordeningen
vast te stellen één is de inzamelverordeningde wijze waarop wij als
gemeente met het vuil omgaan en de tweede is een retributieverordening.
Tot nog toe is het zo, dat dat één verordening was waar alles geregeld was en
daarnaast een aantal bepalingen in de algemene verordening Soest. Het
college stelt nu voor vooruitlopend op dus de vaststelling van de inzamel
verordening reinigingsrechten met 4% te verhogen, terwijl de beleidslijn
in het verleden is geweest 25% verhogen om tot een hoger kostendekkings
percentage te komen. De overweging, waarom het college tot 4% komt is een
andere manier van inzamelen van afval. Mijnheer de voorzitter wij zijn van
mening, dat het niet zo kan zijn, dat je gaat vaststellen een verhoging van
4%, die gebaseerd op een wijze van afval inzamelen dat in die wijze van
afvalverzamelen een grote principiële wijziging is gekomen en dat de be
voegdheid van de raad is. Het kan dus niet, dat je je al uitspreekt over
een voorstel dat gebaseerd is op een ander voorstel waar je nog niet je
goedkeuring aan hebt gegeven. De gemeente heeft voldoende tijd gehad -
een overgangsperiode van twee jaar - om die inzamelverordening vast te
stellen. Tot nog toe is dit niet gebeurd. Uit informatie is mij gebleken,
dat volgende maand die inzamelverordening te verwachten is. Ik wil daarom
voorstellen - en ik verwacht omdat het één verordening is die wij aan
houden er vanuit het ministerie geen enkel bezwaar kan komen - het een
maand aan te houden, zodat er weloverwogen beslist kan worden.
De VOORZITTER Het is een voorstel van orde. Als wij hierover in discus
sie gaan komen wij meteen aan de inhoudelijke kant van de zaak. Dus ik
stel voor eerst dit voorstel van orde te bespreken en daarna meteen daar
op aansluiten met de behandeling van de reinigingsrechten, zodat we dat
toch verder als één geheel behandelen.
Heer VISSER Dat is accoord. Ik sluit mij hierbij aan, omdat ik nog eens
even heb opgezocht onze beroemde inspraaknota. Ik weet niet of het college
die nota van 21 augustus 1980 elke dag bij de hand heeft, maar in die in
spraaknota staat iets over beleidsveranderingen. Nu lijken die reinigings
veranderingen niet zo belangrijk, maar voor de burgers is dat toch wel vaak
ingrijpend, omdat ze hun huishouden iets anders moeten regelen. In die be-