15 oktober 1981
dus de gemeentelijke afvalstoffenverordening, die zou in de raad komen
van november. Dat zijn de feitelijke situaties. Ik begrijp dat iedereen
nu nog wil praten over de manier van ophalen van huisvuil. De commissie
openbare werken had daaraan geen behoefte niet in eerste instantie en
niet in tweede instantie. De commissie openbare werken is accoord gegaan
met de hele manier zoals het in het voorstel stond. Dus zie ik niet,
waarom wij vanavond niet kunnen overgaan tot die 4% heffing, of de raad
moet dat advies van de commissie openbare werken volledig in de wind slaan
en elke fraktie was daarin vertegenwoordigt. Dan loopt het in de pas mee
met onze andere verhogingen.
De VOORZITTER Nog even daar op aanvullend. Wij zitten met voorschriften.
Voorschriften, die enerzijds door mevrouw van Gelder naar voren zijn ge
bracht en anderzijds een voorschrift, dat ook maakt dat wij die zaak nu
moeten behandelen, nl. dat van de staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken, die belast is met de gemeentefinanciëndie zegt dat je dit soort
reinigingsrechtenverhogingen in oktober moet vaststellen, opdat ze kunnen
worden goedgekeurd, voordat het jaar een aanvang neemt. Nu kun je natuur
lijk gokken en hopen dat ze in Den Haag wat sneller zullen werken, maar
dan ben je daarmee toch eigenlijk weer in strijd. Ik wil toch eigenlijk
wel de opvatting van de wethouder onderstrepen als hij zegt, die commissie
heeft daarover uitvoerig van gedachten gewisseld en is het er geheel mee
eens en geeft eigenlijk geen reden, dat deze raad er over een maand heel
anders over denkt. Als de raad er anders over denkt, dan vind ik dat je
uitstel moet overwegen, maar als een meerderheid toch vindt dat er over
dit systeem voldoende is gesproken en het een juiste keuze vindt, dan
vind ik dat het vanavond afgehandeld moet worden. Ik vind, dat je dat
vrij nuchter moet bekijken. Vandaar deze opstelling van onze kant. Het gaat
hier nu dus om het punt van orde Gaan we er mee door of stellen we het
uit
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN Ik wil even reageren op hetgeen de Heer
Hoekstra heeft gezegd. Ik wil nu niet het woordenspel van de commissie
heeft besloten en de commissie heeft geadviseerd. Gekonstateerd kan toch
worden, en ik heb begrepen niet alleen door mijn fraktie, dat daarover
onduidelijkheid is over of er inderdaad geadviseerd besloten is. Daarbij
wijs ik er op, dat in de commissie openbare werken niet de afvalstoffenwet
in die zin behandeld is dat daarbij duidelijk was dat de wijze van inzame
len een bevoegdheid van de raad was. Ik vind dit essentieel, dat de raad
niet geïnformeerd is over welke voorwaarden op een bepaalde datum vervuld
moesten zijn. Dat betekent gewoon, dat een individueel raadslid op zoek
moet in wetten, waarvan de informatie ook van het college had kunnen
komen. Mijnheer de voorzitter het gaat hier om een essentiële wijziging
van ophalen van afval. Om die reden kan het niet zo zijn, als het onvol
doende is doorgesproken, om dan vooruitlopend op een systeem wat je hebt
daar je tariefsverhoging op te baseren en daar mee accoord te gaan, ter
wijl je het systeem nog niet definitief hebt vastgesteld. De financiële
berekeningen die bij het nieuwe systeem zijn gemaakt zijn - ook door mijn
fraktie - onvoldoende beoordeeld. De raadsleden hebben het stuk pas vorige
week donderdag kunnen bestuderen, omdat het toen pas ter inzage is gelegd.
Daar heeft dus niet een discussie over kunnen plaatsvinden.
Heer VAN DEN BRAKEL Er is over de commissie openbare werken gesproken.
Ik geloof toch wel, dat de wethouder het met mij eens zal zijn als ik zeg,
dat bij allebei de vergaderingen er nog de nodige vraagtekens waren. U
hebt de commissie openbare werken ten aanzien van deze gang van zaken na
tuurlijk wel voldoende ingelicht, daar ben ik wel van overtuigd. Ik weet
ook, dat wij momenteel met onze rug tegen de muur staan, omdat wij vanaf
november ons vuil af moeten gaan leveren aan de Lagerweide. Dat neemt niet
weg, dat ook de leden van de commissie openbare werken toch duidelijk naar
voren hebben gebracht - ook op de laatste vergadering - dat wij eerst nog