15 oktober De saldi-reserve is één van de weinige reserves die we nog hebben. We hebben normaal het beleid, dat we daar per jaar zo'n 200.000,a 300.000,-- in de begroting mogen opnemen van te voren. Maar we hebben vorig jaar vanwege onze saneringsoperatie 1,2 miljoen uit die saldi-reserves geput. Dat mocht die ene keer van G.S., omdat wij een saneringsaanzet hebben gepleegd middels die voorjaarsnota en met name de sanering van het grondbedrijf tot stand hebben gebracht. Ik dacht, dat daarmee toch een belangrijke ombuiging tot stand is gekomen, die toch echt wel struktureel genoemd kan worden voor Soest. Dat betekent dus, dat je dit jaar niet weer naar G.S. kunt gaan om extra toestem ming te hebben om meer van de salde-reserves te gebruiken dan de nor male hoeveelheid. Het was overigens de bedoeling om die saldi-reserve de komende jaren niet meer zouden aantasten om die weer enigszins op peil te brengen. Dat heeft U bij de voorjaarsnota ook goed en juist gevonden. Desalnietemin vindt U nu een voorstel in de begroting om van de saldi-reserve 300.000,te gebruiken, zijnde de normale aan slag daarop. Erg veel ruimte om dat nog te verhogen zal er dus niet inzitten. We hebben daarover ook het overleg op ambtelijk niveau ge opend met de provincie, zoals gevraagd is in de financiële commissie. Ik moet U daar niet te veel hoop op geven. Dat betekent, dat we dat aspect verder buiten beschouwing kunnen laten en komen we op de be zuinigingen verder. Als nu gesteld wordt Wij willen geen onroerend goed belasting verhogen betekent dat, dat er verder bezuinigd zal moeten worden. Dan zijn er een paar problemen het eerste is het technische, waar ik toch wel even bij wil stil staan. U zegt,dat een be zuiniging van 350.000,als je dat zou willen een hele grote be zuiniging is en ik hoop, dat wij met voldoende voorstellen kunnen komen om dat bedrag te halen. Ik wijs er wel op, dat bij die voor stellen het echt niet alleen meer kan uit zeg maar de vaste kosten die naar beneden zullen gaan, maar zal wel degelijk ook gaan in de sfeer van de funkties die ten behoeve van de burgerij worden ver vuld en de service die je biedt. Dat betekent, dat het ook ten koste zal gaan van die voorzieningen. Natuurlijk probeer je steeds effi ciënter te draaien. Ik wijs op het voorstel wat we zojuist hebben behandeld, de reinigingsrechten, dat is zo'n voorstel. Dat is na tuurlijk een stukje efficiency-verbetering, want je gaat voor 200.000,minder je huisvuil ophalen. Dat betekent, dat je dat echt toch wel weer probeert, maar U weet ook wel dat wij erg lang bezig zijn met die zaken en U heeft gezegd kijk nog eens naar die lijsten. Natuurlijk kijken we daarnaar, we hebben daar ook al naar gekeken, ook bij de begroting. Als U die helemaal gaat nakijken, dan zult U daar best punten op vinden. U vraagt ons om het nog een keer te doen en we zullen het nog een keer bekijken. Ik wijs er overigens ook op, dat de diensten en het college zich voor de begroting 1982 houden aan de lijn, zoals die afgesproken is, nl. de nullijn. Als je een nullijn aanhoudt in deze tijd van inflatiestijging dan betekent dat een bezuiniging als dat nominaal nul is. Wij vinden dus wel dege lijk in onze begroting belangrijke bezuinigingen en als U zegt het kan nog wel meer, moet ik U zeggen dat het meer steeds minder wordt. Ik wijs ook - en dat wil ik U hier ook zeggen - op de druk die lang zamerhand ontstaat op de ambtenaren. Ik wil daar eens duidelijk voor opkomen. Het is zo ontzettend makkelijk even gevraagd, maar het is een enorme inspanning om inderdaad steeds weer die bezuiniging te vinden. Ik wil niet zeggen, dat wij het niet moeten doen we zullen het doen en we zullen weer vragen om die inspanning, maar het kost steeds meer inspanning om binnen de bestaande vaste kosten toch wat te vinden. We zullen ons best doen. Inzake de belasting zelve. Ik geloof niet, dat het vanavond de tijd is om te gaan kissebissen over wat is

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 297