2 februari 1981 Het is dus niet alleen een boekhoudkundige zaak en daarna kijken hoe je het gat moet dichten, maar het is ook een zaak hoe je aktief met het exploitatiebeleid verder wilt. Daarbij komt het grote probleem dat de bestemmingsplannen buitengewoon moeilijk sluitend zijn te maken. Het uitgangspunt moet zijn, dat een bestemmingsplan sluitend is want we hebben geen reserves meer om zoals bij de Gouden Ploeg even wat bij te plempen en daarmee de zaak sluitend te maken, want die reserves hebben we net gebuikt. Dus dat betekent, dat je andere middelen moet krijgen om een bestemmingsplan sluitend te maken, daar het niet meer op de ouderwetse methode gedaan kan worden. Waarom kan het niet meer op de ouderwetse methode gedaan worden en dan bedoel ik een belangrijk deel toe te schuiven aan de vrije sector, omdat de markt van de vrije sector niet meer is wat hij geweest is. Bovendien gaat het om de behoefte en dat is de sociale sector en daar moet gebouwd worden.Daar zitten 3.000 woningzoekenden om te springen. Dat betekent - wil dat lukken - je een hogere bij drage moet hebben van het rijk dan we nu krijgen. Niet 18.000, is nog genoeg, maar het moet een bedrag zijn om de kostprijs van de zaak te dekken en dat is meer in de richting van 25.000, per kavel. Als we dat nu konden krijgen, zou er een exploitatie- opzet sluitend gemaakt kunnen worden en kan er gebouwd worden en het mes aan twee kanten laten snijden. Enerzijds zorgen voor sociale woningbouw, waaraan grote behoefte is, en anderzijds kan geprobeerd worden het Grondbedrijf werkelijk structureel te saneren. Dat be tekent, dat je dus zou moeten bouwen. Het moet dus financieel mogelijk gemaakt worden door het rijk - daarvoor dient er vanuit Soest aktie te ondernomen worden richting Den Haag - en ten tweede moeten we gronden die we in ons bezit hebben - die in principe de mogelijkheid hebben om woningbouw te krijgen - aanwijzen. Er moet een keuze gemaakt worden welke bestemmingsplangebieden je toch wilt realiseren voor woningbouw en welke je vrij wilt houden. We hebben uitgerekend, dat bij het bebouwen van Klein Engendaal, van de Parklaan, van Overhees en van nog een aantal kleine stukjes Soest in de mogelijkheid verkeert op basis van zijn grondbezit om versneld meer dan 2.000 woningen te bouwen. Het lijkt mij niet onverstandig om te kijken of die mogelijkheden uitgewerkt kunnen worden. We helpen de woningzoekenden er mee en we helpen er onszelf mee. Ik zou het erg belangrijk als wij die richting verder zouden kunnen gaan. Over de financiële zaak wil ik dit nog zeggen. G.S. vraagt een sluitende begroting, niet alleen nu maar ook in mei en dat moeten we bijzonder goed in de gaten houden. Tenslotte zou ik willen zeggen, dat dit gewoon betekent dat wij geen zachte heelmeesters kunnen zijn. We zijn het ook niet, want we leggen ons nu op dit moment vast om per 1 januari 1981 te gaan saneren en derhalve zullen we geen zachte heelmeesters kunnen zijn. We ontkomen er absoluut niet aan, dat de hele zaak de burgers van Soest zal gaan raken. Aan de orde is gesteld het funktioneren van het beleidsplan/priori teitenplan. De C.D.A. fraktie stelt dat het een financieel haalbaar plan moet blijven. Iedereen vindt natuurlijk dat het geen lange kinderverlanglijst moet worden, maar dat het wel degelijk realistisch van opzet moet zijn en dat het eigenlijk gezet moet worden tegen de financiële mogelijkheden die we hebben en ik dacht, dat als wij het beleidsplan en prioriteitenplanprocedure evalueren er geprobeerd moet worden a) de procedure zo eenvoudig mogelijk te houden en b) er de financiële mogelijkheid tegenover zetten en eigenlijk een polsstok aan te bieden om inderdaad die sloot te kunnen overspringen. Een financiële bijlage lijkt dus toch wel gewenst, ook gelet op de mogelijkheden van de begroting.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 35