16 december 1981
Mijnheer de voorzitter, geen duidelijk antwoord kregen wij op de draagvlakbegro
ting in Soesterberg. Mijnheer Menne heeft gezegd dat hij bij de provincie heeft
gepleit om die draagvlakbegroting toch te kunnen realiseren in Soesterberg. Mijn
vraag is nu aan hem hoe groot hij de kans acht dat dit werkelijk zou kunnen ge
beuren, dat er werkelijk woningbouw in Soesterberg gepleegd zou kunnen gaan
worden. Is dat 1%, 5%, 50%, 75%? Ik wou graag een indicatie van hem weten. Bij
dat gesprek op provinciaal niveau was nog een andere wethouder, de wethouder van
volkshuisvesting. Ook van haar zou ik graag willen weten hoe zij het inschat,
het percentage dat de woningbouw gerealiseerd gaat worden in Soesterberg. De
heer Menne heeft gezegd ik zal blijven vechten. Is zij van mening dat het een
gevecht tegen de bierkaai is? Of denkt zij dat er heus wel woningbouw in Soes
terberg gerealiseerd zou kunnen gaan worden? Mijnheer de voorzitter, dan is er
nog iets. De heer Menne heeft, en ik moet u zeggen dat het mij volstrekt ondui
delijk is, een opmerking gemaakt over de doortrekking van de R-27 door het bos
Amelisweerd. Hij heeft gezegd: als dat niet doorgaat komt de verdere realisatie
van de R-28 in groot gevaar. Ik wou toch wel graag nadere toelichting hierop,
met name ook, omdat ik begrepen heb dat in de hoorzitting van de afslag Richel-
leweg dit soort geluiden ook daar zijn verkondigd en dat het nogal ongerustheid
teweeg heeft gebracht onder de bevolking. Bang, dat die R-28 niet gerealiseerd
zou kunnen gaan worden. Maar mijnheer de voorzitter, die R-27 heeft toch niets
van doen met die R-28? De R-28 is een West-Oost-verbindingDe R-27 een Noord-
Zuid- verbindingEn het al dan niet aanleggen van dat stukje weg door het bos
Amelisweerd heeft daarna volgens mij niets van doen. Maar als u vindt van wel,
dan moet u mij dat toch maar eens gaan uitleggen.
Mijnheer de voorzitter, er is in de algemene beschouwingen door een aantal
fracties gesproken over de verhouding raad-college, en met name over de informa
tieverstrekking. Het moet mij van het hart om een recent voorbeeld te noemen van
de verkrampte informatieverstrekking aan raadsleden. Als ik vorige week hoor,
dat er in Soest een kopie van een brief circuleert van Rijkswaterstaat over de
overname van de Rijksweg door Soest en we zijn daar, zeker als lid van de ver-
keerscommissiein geïnteresseerd wat daar voor informatie in staat en ik vraag
om die informatie, dan wordt mij die niet verstrekt. Het argument is dan, het
mag niet in de openbaarheid. Mijnheer de voorzitter, ik zou toch wel graag een
uitleg. Van de ene kant worden grote woorden gebruikt over een goeie communica
tie tussen raad en college, samenwerken. Ja, grote woorden. Maar als de praktijk
zo is dat die informatie zo verkrampt is, ach, gebruik dan geen grote woorden.
Mijnheer de voorzitter en ik vind het te betreuren dat je dan als raad naar een
hogere overheid moet gaan, waar je zonder veel moeite die informatie wel krijgt.
Graag toelichting. Ik dank u.
Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, wij waren verrast dat de VVD met name maan
dagavond nog steeds open staat voor de culturele sector in onze samenleving. Ze
gebruikten zelfs de woorden creativiteit en élan en we hopen dat ze dit dan ook
waar zullen maken en deze culturele sector zullen sparen wat de bezuinigingen
betreft. Maar wij hadden graag van de WD-wethouder van onderwijs ook gewild,
dat hij deze twee woorden: creativiteit en élan in z'n vaandel zou voeren. Want
als we dan merken dat hij maandagavond niet ingaat op de opmerking die ik maakte
over Turkse kinderen, die wel of niet hier in Soest naar school gaan, dan had ik
zo graag gewild dat hij gezegd had dat hij net als de wethouder in Utrecht in
spirerend zal werken op die besturen van bijzondere scholen waardoor op die
scholen in die plaats nu wel volledig mee draaien in de opvang van Turkse kinde
ren
Heer PLOMP: Dat had ik al in de commissie gezegd mijnheer Visser, waar u als
toehoorder bij zat. Dus als u dan goed had gekeken dan had u mijn élanvlag kun
nen zien wapperen. U was in die commissie als toehoorder aanwezig, ik heb daar
opmerkingen gemaakt en ik dacht nou ja, als de heer Visser dat hier zegt, hij
zat in die commissie, dan hoef ik hem niet dubbel te informeren.
- 6 -