16 december 1981 geling van de werknemers. Wij zouden u eigenlijk willen voorstellen om het be sluit te nemen dat de cijfers die nü in de begroting staan, moeten worden gele zen als "voorlopige cijfers", in die zin, dat de bezuinigingen vanwege de rijksoverheid onverkort zullen moeten worden doorgevoerd. En dan durf ik u bij na niet te zeggen wat voor consequenties dat heeft, want de bezuinigingen zijn heel sterk gericht op bijvoorbeeld de gezinsverzorging of bijvoorbeeld de maat schappelijke dienstverlening. Uitgerekend decentralisatiekosten die wij nu per 1 januari over krijgen. Dat wil dus zeggen dat ik u heel dringend aanraad nu in deze begroting voor wat de instellingen betreft geen verdere bezuinigingen te besluiten, omdat we nu eerst precies moeten doorrekenen wat de aangekondigde bezuinigingen van de rijksoverheid met zich mee brengen, na te gaan wat dat voor de werknemers in die instellingen betekent, omdat om u even grofweg en dat hebt u kunnen lezen in die rechtspositieregelsvan mij moet aannemen, de men sen die in vaste dienst zijn binnen die instellingen, zoals die bij ons in deze gemeente functioneren, hebben de kosten wachtgeldperiode voor 4 jaar en een maximum wachtgeldperiode van 8 jaar. Dus het kan niet zo zijn dat u zegt: ik bezuinig X en dat u dat bedrag X er dan ook uit krijgt. Vandaar dat ik zeg voorzitter, we moeten heel voorzichtig zijn. We moeten in ieder geval, dat heeft het college besloten, de bezuinigingen die de rijksoverheid doorvoert, doorvoeren, want we hebben geen extra middelen. Daar moeten wij zo wie zo al gezien onze algemene subsidieverordening op afwachten hoe dat die eventuele AROB-procedures verder loopt, en dat schrijft de V.N.G. ons ook. Want die alge mene subsidieverordeningen waren wettelijk voorgeschreven, maar binden de ge meente aan subsidies en niet de rijksoverheid kennelijk. De V.N.G. zal dat ju ridisch voor ons uitzoeken en geeft ons op zo'n kort mogelijke tijd verdere juridische adviezen. Dat hebben ze aangekondigd in de brief. Wij zullen nu, dat willen wij u voorstellen, een brief naar alle instellingen schrijven dat wij de bezuinigingen van de rijksoverheid moeten doorvoeren. De raad beslist dan dat de bedragen, zoals ze nu in de begroting staan, vanaf hoofdstuk 4 als "voor lopige begrotingsposten" moeten worden gezien, afhankelijk van de bezuinigingen die de rijksoverheid doorvoert. Heer EBBERS: Voorzitter, dat betekent dus wel dat die instellingen waar vacatu res zijn, dan ook nog niet vervuld worden. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERGNee, dat is heel logisch. Nou voorzitter, wat mij een beetje irriteert, daar wil ik eerlijk in zijn, is het wantrouwen dat er ontstaat als mensen vanuit de zaal het gevoel hebben dat wij niet eerlijk en in tegenstelling met iedereen van mening zijn dat er bezuinigd moet worden. Het is niet zo, dat er van deze kant van de tafel dubbel spel wordt gespeeld. Heer OLDENBOOM: Ja, bij wijze van reactie. Er is niet een wantrouwen. Er wordt bij ons niet gesteld dat u een dubbel spel speelt. Wij hebben dat op geen enkele wijze dit gezegd. Wij hebben alleen gesteld, dat wij vacatures voorlopig niet vervangen. Wat wij willen en wat wij betogen is dat we bezuinigingen over de ge hele linie moeten doorvoeren en dat wij onszelf daar zoveel mogelijk vrijheid moeten gunnen om een juiste weg te kiezen. En daarbij ondersteunen wij, dachten wij van onze kant met onze kritische opmerkingen het college volledig. En weet u wel bijvoorbeeld: De problemen die mevrouw Van Stiphout aanvoerde over die rechtspositieregeling van die tijdelijke krachten bij Artishock, dat is nou het typische voorbeeld van wat wij zeggen: wees met die dingen uitermate voorzichtig want u zakt weer in allerlei gaten. De VOORZITTER: Heeft mijnheer Van Logtenstein nog behoefte? Heer VAN LOGTENSTEIN: Ik wilde even refereren aan de opmerking van mijnheer Vis ser die al naar de verkiezingen wees. Wij ontkomen niet aan bezuinigingen in be paalde gebieden, dat weet de wethouder ook heel goed. En ik denk dat mijnheer Visser daar zelf ook wel achter komt in de komende maanden. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Voorzitter, om nu mijnheer Oldenboom toch nog even duidelijk te laten merken hoe moeilijk het is. Sinds 1 januari met terug werkende kracht 1981 kent Artishock, het creativiteitscentrum, geen tijdelijke arbeidskrachten meer. Die zijn door het kabinet, door de minister, met één klap - 14 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 369