16 december 1981
sie kwamen dat zij geen extra middelen ter beschikking hadden, om voorzieningen
aan die desbetreffende woningen te plegen en dat is nu eenmaal voorwaarde. Dus
het zal een hele moeilijke procedure worden dat overleg.
Mevrouw ALLARD-KNOLKunt u een percentage inschatten?
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERGNee voorzitter, dat zou goochelen zijn. Dat
vind ik niet juist percentages, want dat kun je op zo'n manier niet inschatten.
Heer MENNE: Mijnheer de voorzitter, ik zou graag 66% zeggen, maar dat haalt het
niet. Ik wil beginnen met mevrouw Van Gelder, die terugkwam op het volkshuis
vestingsplan als middel om een goed volkshuisvestingsbeleid in deze gemeente
te realiseren. Wij hebben in het college daarover opnieuw gesproken, we hebben
afgesproken dat wij eerst de beantwoording van de vragen zullen doen; herover
wegen in het college; voorts terug in de commissie ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting, ter behandeling en bespreking.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Op welke termijn denkt u?
Heer MENNE: Zo spoedig mogelijk. Voor wat betreft de structuurschets. Inderdaad
heb ik daaraan vastgehouden, omdat ik toch natuurlijk wel de noodzaak daarvan
zie. Ik heb gezegd, het houdt niet meer in dan bijstelling van het ontwikke
lingsplan. Wij doen het met gegevens die we hebben en u hebt gevraagd: "Kunt u
dan eerst niet eens een opzet geven, dan ben ik bereid om daarin mee te den
ken" Ik denk dat het zinvol is om dat inderdaad in twee fases te doen en dan
verder binnen welke termijn we tot een afronding komen. Dat kan ik wel toezeg
gen, dat zal die richting wel opgaan.
Verder doen we het dus met eigen mensen en een minimum aan capaciteit vergend.
Dan kom ik op het punt van de winkelstructuur. Daar staan wij aan de vooravond
van inderdaad de publicatie. Het college heeft besloten dat 18 december CIMK-
rapporten plus de begeleidende Winkelnota zal worden toegezonden aan de raads
leden, aan de winkelgroeperingen en naar de ter visie leggingsplaatsen, zodat
ieder dan dus de start meemaakt van een inspraaktijd. Gelijktijdig op 18 septem
ber zullen we een persbijeenkomst houden met de bedoeling om te publiceren op
23 december. Verder zullen we behandeling in de commissie ruimtelijke ordening
hebben, nadat de inspraakresultaten bekend zijn conform de vastgestelde richt
lijnen in de inspraaknota. Het college heeft de wens om zo spoedig mogelijk al
te komen tot een voorstel tot realisering. We hebben dus nu eerst de uitgangs
punten, die we aan u voorleggen of u daarmee akkoord gaat, met Soest-Zuid te
geven zoveel vierkante meter, de verspreide winkelvestigingen, de verplaatsing
c.q. de stichting van filialen etc. Er staan verschillende dingen in. Dat zijn
dus een reeks beginseluitspraken die we nodig hebben. Dan kun je daarna pas
naar invulling toegaan. Maar eigenlijk de wens leeft ook bij het college om die
wensen al zo spoedig mogelijk eigenlijk concreet te maken, zodat we weten in
welke richting we gaan. En ik stel me zo voor dat in één van de eerstvolgende
commissievergaderingen ruimtelijke ordening, we moeten daar vrijdag nog over
spreken in het college, we toch daarover dan tot een afspraak kunnen komen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Voorzitter, mag ik even interrumperen? Kan de wethouder
toezeggen dat nu hij z'n planning achterstevoren maakt en ervan uitgaat dat we
vóór 1 september de zaak vastgesteld moeten hebben en dat dus de planning moet
kloppen, dat ook zo kan zijn. Want anders zit er weer een jaar tussen.
Heer MENNE: Ja, ik vind het ook een typische vraag voor de commissie. Ja, dan
mevrouw Allard. Ik heb al eerder gezegd dat het doel van de taakgroep is, naar
ik aanneem, tot zo goed mogelijk milieubeleid te komen. Het is dus inderdaad
juist wat u constateert, dat wij dus nu niet een voorstel gaan doen ter ophef
fing. Maar we willen juist on speaking terms blijven en aldus komen tot een zo
goed mogelijk afgewogen voorbereiding van een onder andere milieubeleidsplan,
maar ook van de verschillende zaken die op het gebied van het milieubeleid
moeten worden verricht. Dus als, en daar sta ik helemaal open voor, zo'n taak
groep daar een bijdrage toe kan leveren op efficiënte wijze, dan moeten we dat
natuurlijk zeker aangrijpen. Vandaar ook dat we zeggen: we zijn dus on speaking
terms
- 16 -