16 december 1981
gemaakt, eventueel door deze te voegen bij de onrendabele investeringen waar
mevrouw Van Gelder het al over heeft gehad. Zo heb ik het gezegd, dacht ik.
De VOORZITTER: U noemt niet bepaalde namen?
Heer BOLHUIS: Ik noem niet bepaalde complexen? Dat bedoelt u?
De VOORZITTER: Die noemt u niet.
Heer BOLHUIS: Nee, maar het zijn die complexen die u op bladzijde 4 ziet staan.
O, nu ik toch aan het woord ben, voorzitter. Ik had erover dat ik het grondbe
drijf ook kritisch volg en ik heb begrepen bij de opmerking over f. 300.000,
dat u toejuicht, dat ik de zaken kritisch volg. Daarna maakt u een opmerking
dat ik daarbij niet zoveel navolgers of medestanders heb. Ik weet niet hele
maal wat u nu met deze opmerking helemaal bedoelde, dus dat wilde ik ook
graag nog even weten, maar ik neem aan dat u bedoeld hebt dat u dat ook be
treurenswaardig vindt. Ik dank u wel.
De VOORZITTER: Nog een van de andere leden iets te zeggen over het grondbedrijf?
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENJa, voorzitter. Ja, in opvolging eigenlijk van
wat hetgeen de heer Bolhuis heeft gezegd over het Zwarte Wegje. Bij ons leeft
toch ook eigenlijk die gedachte. Je weet eigenlijk dat die vrije-sector-bestem-
ming die er op zit de eerstkomende jaren niet zult realiseren. De vraag is wel
of je dan een Kroonberoep in zou moeten trekken. Ik denk gezien de principiële
aard van het Kroonberoep dat je dat niet zou moeten doen. Van de andere kant
vraag je je wel af of binnen het werkplan ruimtelijke ordening geen plaats zou
moeten maken en dat geldt dan niet alleen voor het Zwarte Wegje maar ook bij
voorbeeld Steenberghe om te kijken welke andere mogelijkheden er nog zijn.
Heer BLAAUW: Mijnheer de voorzitter, er is in de commissies al vaak gesproken
over het grondbedrijf en over sanering. Wat ons ook zorgen blijft baren is de
rente. En ik wil direct niet zover gaan als de heer Bolhuis. Wel zouden wij het
bijzonder op prijs stellen als u in maart dus met duidelijke voorstellen zou
komen, vooral van de gronden die niet onmiddellijk in exploitatie kunnen komen
waarvan we toch kunnen verwachten dat we nog een aantal jaren door zullen moe
ten gaan met rentebijschrijving. Dan vervallen we weer in het oude probleem
wat we net hebben opgelost, dat de boekwaarde geheel niet meer in overeenstem
ming is met de werkelijke waarde en wij zijn erg benieuwd naar uw voorstellen
hoe u dit denkt op te lossen voor de toekomst. Omdat we anders toch binnen lut
tele jaren weer in grote financiële problemen komen. Ik dank u.
Heer VAN POPPELEN: Wat gaat het college doen met de gronden die niet binnen
kort verkocht worden? Het is nu altijd zo geweest dat in november de verpach
tingen plaats vinden en dat heeft op dit moment geen plaats gevonden, zelfs nog
geen voorstellen aan de raad bereikt.
De VOORZITTER: Om even met de laatste vraag te beginnen mijnheer Van Poppelen.
Volgens mij of de brieven zijn al uit of gaan uit, dat er een ingebruikgeving
plaats vindt op tijdelijke basis. Dus die je onmiddellijk kan opzeggen in ieder
geval
Heer VAN POPPELEN: Deze brief die kenbaar is en is geen antwoord op mijn vraag,
want dan zijn ze gewoon nog twijfelachtig, want ze weten niet waar ze aan toe
zijn. Ik wil bovendien het volgende opmerken, dat het mij ook verbaasd heeft
en de verwarring ten top is. Wij gaan gronden verkopen, dat is in de openbare
raadsvergadering besproken en nu hadden deze mensen verwacht dat voor 1 januari
de zaak rond zou zijn. Nu krijgen ze bericht thuis dat ze niet voor verpachting
in aanmerking komen, dat zijn dus de gronden die verkocht worden, maar dat ze
voor eigen risico in gebruik mogen nemen. De mensen weten helemaal niet waar ze
aan toe zijn.
De VOORZITTER: Ik dacht dat het volstrekt duidelijk was. Nu blijf ik toch wel
van mening verschillen met u. We kunnen ze niet meer verpachten van jaar tot
jaar, want we zitten in die situatie dat als je ze verkocht hebt, heb je ze
verkocht. Dan moet je die gelegenheid hebben, je moet het vrij van pacht kun
nen verkopen. Maar om juist in een interimtijd ze niet renteloos te laten lig
gen en niemand er iets aan heeft, de mensen die ze tot nu toe hebben de gronden
- 25 -