16 december 1981
Mijnheer de voorzitter, openheid van beide zijden kan de verstandhouding tussen
b. en w., de raad en de politie alleen maar verbeteren. Het verbaasde ons zeer
als u in een openbare vergadering bij de begrotingsbehandeling stelt dat in mei
de eerste spade in de grond gaat voor een nieuw politiebureau. Als dit klopt
zou daar op z'n minst een bedrag voor gereserveerd moeten zijn in de begroting.
Ik heb hier niets van kunnen vinden.
Heer JONKER: Ja, mijnheer de voorzitter. Over het functioneren van de politie
in Soest hebben wij weinig kanttekening te maken. Vij geloven dat men het in
het algemeen bijzonder goed doet. Vel gehandicapt door de nieuwe regelingen.
ELjvoorbeeldgeen overuren meer mogen maken. Ik heb gezien dat de commissaris
en zijn plaatsvervanger vanmiddag op de tribune aanwezig waren, maar uiteraard
ze mochten vandaag geen overuren maken dus ze zijn er nu niet meer. Misschien
kunt u iets vertellen over de wijze van het voortbewegen van de politie. Ook
hier vinden we op bladzijde 45, post 14 allerlei bedragen. Maar zoals wethouder
Hoekstra vanmiddag al zei, je moet met dit soort dingen altijd erg oppassen als
je daar in geld rekent, want er zit een vertekening in. Je moet eigenlijk in
eenheden rekenen. Misschien dat u iets kunt vertellen over de ontwikkeling van
het aantal auto-kilometers of liters benzine. Ik weet niet in wat voor eenheden
u dat bijhoudt. Daartegenover de ontwikkeling van het aantal fiets-kilometers.
Misschien kunt u daar een inzicht in verschaffen. Ik dank u.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ja, voorzitter. In de commissievergadering
waarbij de begroting aan de orde is geweest is afgesproken dat het overleg in
de commissie algemene bestuurszaken over de politie zou plaats vinden. Het is
zo dat in de Nederlandse Gemeenten van 16 november 1981 een verslag stond van
een conferentie wat ging over het driehoeksoverleg. Die conferentie was georga
niseerd door de ministers van binnenlandse zaken en van justitie had met name
aan de orde de problematiek waarbij het gezag van de politie gedeeld wordt
door bestuur en justitie. Een van de punten die daar aan de orde is geweest is
met name het beleid van de politie in relatie naar de gemeenteraad. Daar is met
name aan de orde geweest of het het wenselijk zou zijn of de officier van jusi-
tie ook bijvoorbeeld in een gemeenteraad of gemeenteraadscommissie daarbij be
trokken zou moeten worden. Algemeen was daar de mening van dat dat niet wense
lijk zou zijn in de gemeenteraad, maar dat het wel wenselijk zou zijn dat daar
over ook overleg zou plaats vinden met öf een politiecommissie öf een commissie
algemene bestuurszaken. Ik zou graag willen weten wanneer wij dat gestructu
reerd overleg op gang gaan brengen. Vat is uw visie op die resultaten van die
conferentie
De VOORZITTER: Laat ik beginnen bij misschien niet het meest belangrijke,
maar toch wel een belangrijk punt, de kwestie van het overleg tussen politie,
justitie en gemeente en verschillende facetten van raad, b. en w., burgemees
ter. Het zogenaamd driehoeksoverleg. Dat wil dus zeggen, commissaris van poli
tie, dus de korpschef, de officier van justitie en de burgemeester. Die beho
ren dus overleg te plegen als er zaken aan de orde zijn die eikaars terrein
raken. En dat is natuurlijk heel vaak het geval, bijvoorbeeld bij kraken, za
ken waar opgetreden moet gaan worden, dan is èn de openbare orde èn de justi
tiële kant aan de orde. Op zich ben ik daar ook een groot voorstander van en
dat gebeurt ook, zeker in de concrete gevallen die aan de orde zijn. Hesl \aak cpat hï
ook, omdat er vaak heel snel gehandeld moet worden, telefonisch. Nou, dat werkt
zeer goed. Er is ook kort geleden nog een bezoek geweest van alle officieren van
justitie hier aan Soest om juist die contacten te verstevigen. Om de afstanden
te verkleinen, niet alleen het contact met de burgemeester en commissaris, maar
ook met de mensen daar onder bij de politie. Kortom om dat te verbeteren, die
hele structuur van het overleg wat er hoort te zijn. Hoe nu dan te structureren
ten opzichte van het gemeentebestuur c.q. de commissie AE. Laat ik voorop stel
len dat mijn opvatting deze is, dat ik vind dat er in z'n algemeenheid best wat
meer over de politie mag worden gesproken en dat daarvoor een commissie AE, als
daar voldoende ruimte in de agenda is en anders naar een aparte vergadering
daarvan, daar de ruimte voor moet hebben en ik zou dat ook willen bevorderen.
Hoe precies, dat wil ik ook eigenlijk in een nader overleg met u ook doen. Vat u
- 48 -