februari 1981
Toezeggingen alleen zijn te vrijblijvend en geven onvoldoende garantie
voor veiligheid en rechtszekerheid als er eens iets mocht gebeuren.
Dit laatste - de rechtszekerheid - geldt ook voor de chauffeurs. Bij
de wettelijk voorgeschreven ontheffingen met duidelijk omschreven
voorwaarden kan veiligheidsbevordering worden afgedwongen. Een ge
wijzigd concept heb ik U reeds doen toekomen.
Heer STAM Mijnheer de voorzitter. Ik blijf bij mijn mening, dat ik
de tekst inzake het toezicht bij het achteruitrijden te zwak vind.
Het is bladzijde 2, regel 10. Ik zou U willen vragen of U nog contact
in deze met Simon de Wit gehad heeft. Verder lijkt het mij logisch
dat de wagens bij aankomst niet achteruit het Kerkpad oprijden, maar
vooruit, en achteruit vertrekken. Dan weet Simon de Wit inmiddels dat
de auto gearriveerd is en kunnen zij er voor zorgen, dat er betere
begeleiding bij het achteruitrijden plaatsvindt.
De VOORZITTER Ik begin bij de Heer Stam, want de Heer Stam is de
eerste geweest die steeds op dit punt heeft gewezen. Heer Stam U
krijgt volledig uw zin. Ik heb vanmiddag een gesprek gehad met de
bedrijfsleider van Simon de Wit en hij heeft mij toegezegd, dat de
auto's het Kerkpad vooruitinrijdend op de parkeerplaats zullen komen
en lossen en dan bij het achteruitrijden niet eerder zullen achter
uitrijden dan wanneer er een personeelslid van Simon de Wit aanwezig
is, die zorgt dat de weg vrij is en de auto veilig achteruit kan
rijden. Die afspraak is gemaakt en mijnheer Onderdelinden, dat wordt
vastgelegd in een brief van het gemeentebestuurwaarin die onthef
fing wordt geregeld. Ik stel voor aan de raad om voor het overige
de voorstellen van de Heer Onderdelinden over te nemen, want daar
kan ik mij eigenlijk best in vinden. Het enige is dus dat de brief
ook moet worden aangepast in de zin van het vooruitrijden. Hier
staat nu nog de oude situatie van het achteruitrijden het Kerkpad
in. Hiermede is de zaak, dacht ik, voldoende besproken en kan ieder
een zich daar in vinden. Aldus besloten.
h. Brief dd. 17 januari 1981 van de milieuvereniging Soestdijk geen
Stankwijk betreffende twee brieven van 8 en 29 december 1980 aan het
college van burgemeester en wethouders, met voorstel te antwoorden
conform de ter inzage gelegde ontwerp-brief
Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeenkomstig hetgeen
door burgemeester en wethouders is voorgesteld.
i. Brief dd. 3 februari 1981 van de bewoners van het Witte Huis te
Soest met advies deze brief ter afdoening in handen te stellen van
het college van burgemeester en wethouders met aantekening, dat
burgemeester en wethouders overleg zullen plegen met de andere be
trokken gemeenten om tot een goede oplossing te komen.
Heer VISSER Kunt U ons een voorstel doen hoe wij op de hoogte
blijven van de manier waarop U denkt die brief af te doen.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG Voorzitter. Zoals het college
weet, ben ik al enige tijd in overleg met de gemeenten Amersfoort
en Bunschoten, daarbij behulpzaam door de stichtingen Gooi en Eem-
land en de Stichting Buitenlandse Werknemers Soest. Vanmorgen is er
nog een gesprek geweest teneinde te komen tot een redelijk voor
stel. Er wordt contact met de advocaat van de buitenlandse werk
nemers opgenomen, teneinde af te tasten of dit voorstel ook voor
de buitenlandse werknemers redelijk is. De commissie voor Maat
schappelijke Dienstverlening wordt uiteraard ingelicht.
Dit stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders ter
afdoening.
j. Brief dd. 10 februari 1981 van de Stichting Ontwikkeling Soest,
-4-