9 maart 1983
personeelsleden als dat nodig is, dus als het personeelsbudget hoger wordt
dan wat is toegestaan door de raad, dat het niet alleen in de commissie
bedrijven maar ook in de commissie financiën komt.
Heer VAN GELDER: Nee, dat was niet de essentie van mijn vraag. Vakatures worden
momenteel normaal vervuld als het college daartoe besluit. De diskussie over
de taakstelling, daarvan is mijn fraktie van mening - dat hebben wij ook
in de algemene beschouwingen gezegd - dat die in onvoldoende mate plaatsvindt
naar de raad toe. Desalnietemin gaat de vakaturenvervulling normaal door.
Dat betekent dat er niet alleen op zijn bedr-ijfsvoerings-aspekten en
personele aspekten in de commissie bedrijven en personeel moet worden getoetst
maar ook op zijn financiële aspekten in de commissie financiën. Dus ook de
bestaande vakatures die ontstaan. De argumentatie daarachter is eigenlijk,
omdat de diskussie over de taakstelling niet plaatsvindt, zoals ik in mijn
algemene beschouwingen gezegd heb.
VOORZITTER: Ik stel toch voor dat we deze vraag eerst rustig in het college
bespreken en daar nader in de commissie op terugkomen.
Heer VAN GELDER: Dan dien ik hierbij een motie in en dan vraag ik aan de
raad wat die van mening is,
VOORZITTER: Ik verzoek u even te wachten met die motie, dan wil ik graag
geschorst hebben om met het college te overleggen. Het komt dan straks wel
in een schorsing, als u daarmee accoord gaat.
Heer MENNE: Om geen misverstanden te krijgen: ik zag het zo, dat het voor
wat betreft het financiële aspekt in de financiële commissie zou komen.
Er moet geen misverstand over ontstaan dat ik het helemaal naar mij toe zou
willen trekken.
Ten aanzien van de verwarmingskosten wil de heer Van Gelder, denk ik, een
nullijn voor wat betreft de kwantiteiten en niet voor wat betreft de prijzen,
want de prijzen vormen een autonoom externe faktor.
Heer VAN GELDER: Nee, ik bedoelde de prijzen. Een daling in de kwantiteit
blijkt een mogelijkheid te bieden om de bedragen nominaal in stand te houden.
Heer MENNE: De mate waarin je bespaart op kwantiteit hangt dan af van de
prijsstijging. Als je dat nu zo zou besluiten, dan betekent dat: kwantiteit
maal prijs nominaal budgetbedrag. Als de prijsfaktor stijgt - bijvoorbeeld
met 8 of 10% - dan moet je met hetzelfde percentage in kwantiteit naar omlaag.
Ik vind het nogal wat om hier zomaar te stellen dat dat haalbaar is, temeer
omdat in bepaalde sektoren de taken juist meer of minder energie vragen. Het
is een nogal complex geheel en ik kan daar op dit moment geen antwoord op
geven. Ik zal bekijken wat dit voor consequenties heeft.
- 8 -