9 maart 1983 Heer VAN GELDER: U heeft de politie om advies gevraagd over vrouwen in het korps. Moet je daarover advies vragen? Ik proef dat in deze raad de overtuiging leeft dat er vrouwen in het korps zouden moeten zitten. Het is een bevestiging van een maatschappelijke ontwikkeling dat een aantal funkties, die in het verleden alleen door mannen werden vervuld, ook best door vrouwen kunnen worden vervuld. Het is prima dat de politie daar een mening over heeft en advies zou kunnen geven, misschien wel dat het in Soest beter is om het niet te doen, maar ik vind dat de zaak omkeren. VOORZITTER: Dan begrijpt u mij verkeerd. Ik heb gezegd dat ik principieel niet tegen vrouwen bij de politie ben, maar het gaat er vooral ook om wat de consequenties zijn, b.v. financieel, voor de samenwerking enz. Al deze aspekten wil ik eerst op een rijtje hebben, zodat ik die goed kan afwegen. Bij het korps zelf speelt ook de mening van de echtgenote een rol. Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, ik ben niet helemaal tevreden over uw standpunt t.a.v. vrouwen bij de politie. Ik denk dat daarover nog eens uitvoerig gediskussieerd moet worden. Zoals de heer van Gelder het al formuleerde: het begint gewoon vandaag de dag een "must" te worden. Wat het amendement van het CDA betreft, ik vind het eigenlijk ook een betutteling, het voorstel van het CDA gaat te ver. Zoals u het heeft voorgesteld tijdens de commissie-vergadering en zoals we het hebben afgesproken t.a.v. die auto's, daar heb ik het volste vertrouwen in en niet in de tekst zoals de heer Bolhuis die heeft geformuleerd. Tenslotte handhaaf ik mijn voorstel wat betreft de korting op de over uren. Ik hoop dat u dat in stemming zult brengen. Heer BOLHUIS: Ik denk dat er met betrekking tot het wijzigingsvoorstel dat wij hebben ingediend een paar misverstanden leven. Daarom is het jammer dat ik niet in tweede instantie gelegenheid heb gekregen om vóór de andere sprekers dat wijzigingsvoorstel nader toe te lichten, nadat u daarop had gereageerd. Het is geen kwestie van betutteling, zoals de heer Visser dat noemt, en ook geen kwestie van grote lijnen, die al of niet door de raad zouden moeten worden getrokken en de kleine lijnen - zoals een aanschaffing door de politie - aan de politie kan worden overgelaten. Het is een zuiver begrotingstechnische zaak, want een begroting heeft verschillende kenmerken: in de eerste plaats is het een limiet, het geeft aan B&W een krediet dat niet mag worden overschreden. Het zou mij niet onlogisch voor komen, als het onderzoek zou uitwijzen dat we beter over kunnen gaan tot de aanschaffing van dieselauto's, dat dan het krediet daarvoor een wijziging zou moeten ondergaan. - 17 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 110