9 maart 1983
Ik zeg u toe dat wij er, voor wat betreft het onderhoud van de scholen, op
terugkomen in de commissie onderwijs en wellicht ook in de commissie bedrijven
zodra wij daar op basis van informatie over kunnen praten.
Heer VERHEUS: Ik had van mevr. Meijer willen weten of ze haar voorstel om de
kosten voor het onderhoud te halveren lendhaaft of dat ze met de visie van de
wethouder meegaat.
Mevr. MEIJER: Ik handhaaf mijn voorstel.
Heer VERHEUS: Wettelijk zou dat niet kunnen; wij zouden vóór 1 maart de
bedragen per leerling en per lokaal vastgesteld moeten hebben. We zijn
inmiddels op 9 maart aangeland en dan geeft de wet aan, dat de bedragen van
vorig jaar gelden voor het opvolgende kalenderjaar. We kunnen het voorstel
van mevr. Meijer dus gerust aannemen, maar het heeft geen enkele waarde.
VOORZATTER: Als het technisch geen effekt kan hebben is het misschien ver
standig om het voorstel even te laten voor wat het is. We kunnen het idee op
zich in het college bespreken en er dan op terugkomen.
Mevr. MEIJER: Ik ben dan toch bang, dat als er straks weer een bezuinigings
ronde is, er weer op het direkte onderwijs wordt bekort en niet op deze posten.
Mevr. GREEFHORST: De voorzieningen die onder par. 7, cultuur en recreatie,
vallen, zijn de laatste maanden hier al uitvoerig ter diskussie geweest.
Die diskussies waren veelal niet zo plezierig, want de consequenties van
de diskussies die we in november gevoerd hebben waren vaak niet de meest
gelukkige. Het overleg met de instellingen en verenigingen kwam omwille van
de tijd nogal eens in het gedrang. Dat we de komende jaren verder moeten
bezuinigen, zal voor iedereen die realist is duidelijk zijn.
Naar de mening van de CDA-fraktie dienen de taken binnen het welzijnsbeleid
te moeten worden her-bezien, maar dan in overleg met alle betrokkenen.
Ik denk dat we ons een aantal zaken moeten afvragen. Met name: welke doel
groepen willen we bereiken, wat is daarvoor nodig en wat hebben we al aan
voorzieningen, worden alle voorzieningen wel optimaal gebruikt, wat kost
dit allemaal en wat is er op een bepaald ogenüik overbodig door veranderde
omstandigheden? Op deze manier zullen we prioriteiten moeten gaan stellen
binnen de beschikbare financiële middelen en zorgen dat er een aantal
basis-voorzieningen gehandhaafd blijven. Allereerst zal die diskussie gevoerd
moeten worden in de commissie welzijnsplanning. Uit verslagen van december
1981, met een lid van uw college en de commissie welzijnsplanning, bleek al
dat dat vorig jaar niet mogelijk was geweest, ook al niet in de tijd. Ik
vraag mij daarbij af hoelang zoiets moet duren. Wij vinden dat partikulier
initiatief, waar we allemaal de mond vol van hebben, in die commissie zo
duidelijk vertegenwoordigd, recht aan gedaan moet worden.
42 -