9 maart 1983
De soester winkeliers vrezen, dat bij meerdere standplaatsen er
oneerlijke concurrentie-verhoudingen zullen ontstaan. Standplaats
houders hebben relatief weinig kosten en komen meestal op de beste
tijden de krenten uit de pap pikken van de bestaande winkeliers.
Bovendien staan stalletjes nogal eens op broodnodige parkeerplaatsen
en naar men mij verzekerd heeft, kunnen visstalletjes en andere kramen
waarin iets gebakken wordt, een onbehoorlijke stank verspreiden.
Toch, mijnheer de voorzitter, moet ik voor alle duidelijkheid zeggen,
dat de soester winkeliers niet tegen alle straathandel zijn. Zij
vinden alleen dat,waar de branche genoeg vertegenwoordigd is, er
voor die handel geen vergunning gegeven zou moeten worden. De bestaande
soester winkeliers hebben hun omzet hard nodig om het hoofd boven
water te houden. Zij vragen enige bescherming en rekenen erop dat de
gemeente in deze zaak regelend optreedt. Nu is mij bij navraag gebleken,
dat de gemeente moeilijk regelend kan optreden, want standplaats
vergunningen worden verstrekt via de algemene verordening Soest of
via een politie-verordening en als ik het goed begrijp komt het er
op neer, dat men niemand of bijna niemand een standplaats-vergunning
kan weigeren. Dit nu, mijnheer de voorzitter, zal moeten veranderen.
Meer dan 50% van alle gemeenten heeft een speciale standplaatsenverordening
en ook in Soest zal een dergelijke verordening, waarin deze problematiek
geregeld wordt, geen overbodige luxe zijn. De soester winkeliers
rekenen op u. Ook voor het college lijkt mij een speciale verordening
prettig, om in de toekomst in deze zaken geen al te grote brokken te maken.
Is het college bereid om de standplaats-problematiek in een speciale
verordening onder te brengen, te regelen?
Wat is uw beleid omtrent de standplaats-vergunning zolang er geen
speciale verordening is?
Kunt u het met ons eens zijn, dat standplaatsen geen parkeerplaatsen
mogen kosten?
Stelt u bij eventuele toewijzing van een standplaats-vergunning de
naaste winkeliers op de hoogte?
Is het college voornemens de vereniging "de soester ondernemer" bij
aanvraag van vergunningen om advies te vragen?
Mevr. BLOMMERS: Mijnheer de voorzitter, op blz. 171 staat bovenaan
dat wij een gulden huur betalen voor een stukje grond van een abri.
Nu wil ik niet graag over die abri praten, want wat daarmee gebeurt
is schandelijk; hij staat er ook al lang niet meer. Tk zou die
gulden ook maar niet meer betalen,
- 51 -