9 maart 1983 Afgezien van de vraag wie er gelijk heeft, dat vind ik niet zo belangrijk, rijst nu toch wel bij mij de vraag: hoe zit het nu eigenlijk in uw voorstel want ik heb begrepen dat er in totaal 250.000,= op onvoorzien kwam, dat in dit voorstel 214.000,= daarvan een bepaalde bestemming kreeg en dat er dan 36.000,= gereserveerd werd voor het dorpshuis Soesterberg. Daarvoor kan dus nog een afzonderlijk voorstel van uw college worden tegemoet gezien. Heer VISSER: Mag ik vaststellen dat het CDA in drie instanties heeft gesproken mijnheer de voorzitter? Heer BOLHUIS: In drie instanties is achtereenvolgens, mijnheer Visser. Bij drie mensen is het gelijk. VOORZITTER: Het is juist, wat de heer Bolhuis zegt, mijnheer Visser. De fraktie kan uit meer personen bestaan. Heer KINGMA: Mijnheer de voorzitter, ik moet allereerst zeggen, dat ik ver heugd ben te constateren dat een wel zeer grote meerderheid van de raad uit eindelijk accoord gaat met het voorstel van het college. Ik hoop dat, wat dat betreft, de duidelijke brief van het bestuur van de Borg aan de leden van de raad daarbij zeker van invloed zal zijn geweest. Die brief laat in zijn toelichting niets aan duidelijkheid te wensen over. Als ik dan toch nog wil ingaan op een paar opmerkingen die gemaakt zijn, dan refereer ik aan de afspraak die er uiteindelijk gemaakt is, afspraken die óf reeds zijn toege zegd door het dorpshuisbestuur van de Borg, óf gewoon al nader overeen waren gekomen. Die betreffen het volgende: omstreeks half april zullen de cijfers beschikbaar zijn over het le kwartaal 1983, waarna wij als college, met het Borgbestuur om de tafel gaan zitten om dat te bespreken, zoals dat ook met volgende cijfers het geval zal zijn. De betreffende commissies zullen geïn formeerd worden over de stand van zaken en tegelijkertijd is het de bedoeling van het Dorpshuisbestuur om de raad een duidelijk inzicht te geven in de mogelijkheden voor 1984. Dat ook, nadrukkelijk, ter bespreking halverwege dit jaar. Dat is een duidelijke zaak die goed is afgesproken en ik heb daar feitelijk niets meer aan toe te voegen. Op het moment dat in de diskussie komt, mede naar aanleiding van de vooruit zichten die het bestuur kan presenteren voor 1984, of er iets anders moet gebeuren dan een voortzetting van het beleid dat het bestuur dan voor ogen staat, en een mogelijke sluiting of anderszins om de hoek komt kijken, dan zullen we dat op dat moment zorgvuldig moeten bekijken en daarvoor de juiste gegevens op tafel leggen. Voor zover het gaat om de relatie tot de C-lijst is het duidelijk dat we in eerste instantie een afspraak hebben gemaakt over een reservering, de heer Bolhuis heeft dat juist geformuleerd. Wij zijn nu bezig één van de onderdelen -82 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 175