- 29 -
16 juni 1983
de Stichting is ingetrokken bij het aanbieden van deze nieuwe begroting.
Nu vraagt de heer Blom of het mogelijk is om deze nieuwe begroting goed
te keuren met daarbij een voorwaarde. Die voorwaarde betreft in dit voorstel
van het college een bepaalde post. Als wij accoord gaan, na kiezen voor
het bezuinigen op de betreffende posten, zoals hier aangegeven in de
brief, dan is het mogelijk dat u de begroting goedkeurt. Het zou niet
mogelijk zijn, als u in zijn algemeenheid zou zeggen: wij willen 100.000,=
of een bepaald bedrag bezuinigen, de Sportstichting kijkt maar, wij
keuren voor het overige de begroting goed, maar geven op dit moment niet
aan welke posten ons voor ogen staan.
Heer BLOM: Even voor alle duidelijkheid: wij kunnen dus geen keuze
vrijheid open laten? Dat concludeer ik uit de woorden van de wethouder.
Wethouder MENNE: Wij stellen dus nu voor op de betreffende posten te
bezuinigen en nadat dat is gebeurd tot een bedrag van 100.000,=, goed
te keuren. Blijkt later dat de stichting het om de een of andere reden
beter vindt op een andere post te bezuinigen - dat is de laatste zin op
één na op blz. 1 - dan komt een dergelijke post in de plaats van de
aangewezen bezuinigingspost door u op dit moment vastgesteld.
Heer KRIJGER: Graag een korte toelichting, mijnheer de voorzitter, want
nu wordt het steeds onduidelijker, ondanks de maandenlange voorbereiding.
VOORZITTER: Laten we voor de goede orde even met elkaar afspreken: er
was een tweede instantie geweest, er is toen nog een vraag gesteld, daar
is een antwoord op gekomen van wethouder Menne, ik wil nu eerst graag
wethouder Plomp de gelegenheid geven om aan alle onduidelijkheid - voor
zover die er nu nog is - verder een einde te maken en uw tweede instantie
te beantwoorden.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat er toch geen ondui
delijkheden meer zijn, noch met betrekking tot de procedure, noch met
betrekking tot de wijze waarop binnen deze procedure verder naar de ton
wordt gezocht. Ik dacht dat daar op dit moment volstrekte duidelijkheid
over was ontstaan. Er zijn natuurlijk nog een heleboel opmerkingen
gemaakt waar ik desgewenst nog wel op in zou kunnen g°.an, maar ik denk
dat ik dan van de hoofdzaak ga afwijken en dat lijkt mij niet verstandig.
VOORZITTER: Het besluit wat moet worden genomen op dit moment is derhalve
dit, dat de voorliggende begroting, zijnde de herziene begroting, nu
ter goedkeuring aan u voorligt. Als u daar straks toe besluit dan is die
goedgekeurd, waarbij in acht wordt genomen de 28.500,= bezuiniging, dat
is één;(de 10% verhoging zit al in de herziene begroting) om tot een
bezuiniging van een ton te geraken - laat ik dat als randvoorwaarde steeds