- 10 -
21 juli 1983
af te wachten. Ik heb begrepen dat het voor 99,9% zeker is dat die uitspraak
niet af zal wijken van dat van de schorsing, maar ik zou toch willen aandrin
gen op een oplossing voor deze zaak.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik zou het kort willen houden, er
is namelijk nogal wat literatuur verschenen over deze zaak en er is al
opgemerkt dat we al langer over de hal van Beerepoot praten. Ik zou in hoofd
zaak dan ook willen verwijzen naar het antwoord van het college zoals dat
verwoord is in de concept-brief die aan de raad is toegezonden.
Mijnheer de voorzitter, er is op de plek waar de hal van de heer Beerepoot
staat een vigerend bestemmingsplan. Er is een raadsbesluit van 1982 waarin
is uitgesproken dat de hal, de bedrijfshal van de heer Beerepoot, zal moeten
worden gesloten. Er is een college dat de besluiten van de raad dient uit
te voeren. Mijnheer de voorzitter, in de kader van dat laatste heeft het
college dan ook maatregelen genomen om hetgeen in de raad is besloten en
ook hetgeen in het kader van het bestemmingsplan was vastgelegd tot uitvoering
te brengen. Dat heeft ertoe geleid dat het college zich bij de Raad van State
heeft laten vertegenwoordigen teneinde deze zaak aan de orde te stellen en
teneinde de voorzitter van de afdeling rechtspraak in de gelegenheid te stel
len om de vertegenwoordiger van deze gemeente te horen. Het blijkt dat de
voorzitter van de afdeling rechtspraak accoord is gegaan met het besluit van
het gemeentebestuur, in casu B&W, zeg maar dat het schorsingsverzoek niet is
overgenomen door de voorzitter. Dit betekent dat het college tot uitvoering
kan overgaan. Teneinde een afspraak te maken met de heer Beerepoot en zijn
juridisch adviseur is er een gesprek geweest om te kijken op welk moment het
beste deze hal kon worden gesloten. Er is toen van de zijde van de juridisch
adviseur gezegd dat dat punt niet van belang was, maar dat de uitspraak in
hoofdzaak diende te worden afgewacht en er is dus niet ingegaan op het voor
stel om samen af te spreken wat het meest geschikte moment was om de hal te
sluiten. Wel is mij de vraag voorgelegd wanneer het college dacht de hal te
sluiten en ik heb toen de datum van 1 augustus genoemd. Ik denk dat ik toen
gehandeld heb in het kader van hetgeen in het college was afgesproken en in
het kader van hetgeen na zeer uitvoerig onderzoek, zowel vanwege het college
als vanwege de Raad van State, mogelijk was.
Mijnheer de voorzitter, ik wil het hierbij laten.
Heer VISSER: Ja, zoals gewoonlijk krijg ik dus weer geen antwoord op mijn
vragen. Dat is helemaal niet erg, want die antwoorden vul ik nu zelf wel in.
Als ik dus vraag in vraag 1: welke belangen dient u precies? dan is het
antwoord van de wethouder dat hij daar eigenlijk geen raad mee weet en dat
hij gewoon van plan is een raadsvoorstel dat op de helling staat uit te