- 19 -
21 juli 1983
Ik ben he.t met u eens, dat het derde gedachtenstreepje onder 'besluit'
waar staat dat u eerst in A.B.Z. moet raadplegen of u politiedwang kunt
toepassen een andere zaak is, ik vind dat niet terecht.
Het college krijgt opdracht om besluiten van de raad uit te voeren. Is
het zo, dat daar politiedwang bij toegepast moet worden, dan is dat aan
het college en ik vind niet dat het college dan eerst terug moet koppelen
naar A.B.Z.
VOORZITTER:Ik wil nog even opmerken, omdat ik het verwarrend vind, dat
er in de motie van de heer Visser onder c. staat: daarna een nieuw voorstel
aan de raad voor te leggen. Het college doet geen voorstel, er is een
ingekomen brief aan de orde waar u zich over uitspreekt en het staat het
college vrij om met die uitspraak te doen wat zij nuttig acht. Wij hebben
morgen college-vergadering en dan zullen we kijken wat we doen. Zo is de
gang van zaken en er is dus geen kwestie van een voorstel, laat staan van
een nieuw voorstel. Ook daarmee vind ik dat deze motie uiterst verwarrend
kan werken.
Heer KRIJGER: Ik heb er geen enkele moeite mee om het derde gedachten-
streepje over het raadplegen van A.B.Z. weg te nemen, de achtergrond wil
ik wel toelichten. Er is op een gegeven moment verwezen over het al dan
niet ingrijpen naar de commissie R.0. Daar is een mening gegeven en dat
was niet meer dan een mening. Ik denk dat als meerderen zich over zulke
belangrijke zaken niet allemaal hebben kunnen uitspreken, dan misschien
meer bekend was wat ongeveer de mening van de raad zou zijn. Nu zou het
op een stemming aan moeten komen.
Wij zijn tegen de motie van de heer Visser omdat die te verstrekkend is
er kan uit gelezen worden als men dat wil dat er een nieuw besluit genomen
gaat worden en nieuwe besluiten hebben weer het recht op een hele beroeps
procedure. Daar hebben wij geen zin in, we willen gewoon de procedure die
loopt afwachten en die zal uiteindelijk bepalend zijn voor wat er gaat
gebeuren.
Heer van GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, de motie Visser heb ik
ondersteund om het in discussie te brengen. Het gaat mij eerlijk gezegd
te ver, ik kan mijn stem aan die motie niet geven. Ik kan wel volledig
achter de motie van de VVD staan, met weglating van het derde gedachten-
streepje over raadpleging van de commissie ABZ.
Heer BOLHUIS: Voorzitter, zoals ik in eerste instantie al heb gezegd, gaat
de motie Visser mij te ver en die zullen wij niet steunen. De laatste keer
dat ik gesproken heb, heb ik gezegd dat mijn andere vraag was op welke termijn
tot sluiting van de hal moest worden overgegaan, dat een tijdelijke ver
gunning op juridische gronden niet kon worden verleend en heb ik gevraagd
of het college zich daarover zou willen beraden.