- 25 -
21 juli 1983
incidenteel als er zulke aanvragen komen, toch een vierde inzameling
toe te staan.
VOORZITTER: Méér dan vier toe te staan.
Mevr. GREEFHORST: Nee, er zijn er nu drie vast, wij willen niet tornen
aan de verworven rechten van de grote instellingen die nu inzamelen,
maar wij zouden toch graag in incidentele gevallen de mogelijkheid zien
dat er een vierde inzameling komt. Ik denk dat daar best ruimte voor is.
Wethouder OUDEMANS:Voorzitterik dacht dat de argumenten die door de
heer Van Logtenstein namens de commissie naar voren zijn gebracht en in
het voorstel zijn neergelegd, voldoende waren om tot geen vierde te
besluiten. Het percentage van 72% is in Soest bepaald niet juist, boven
dien rijst de vraag wat onder huishoudtextiel wordt verstaan, dat is
natuurlijk veel meer dan alleen kleding; het is bovendien bekend dat in
Soest een goed funktionerende mogelijkheid is voor tweedehands kleding
- ik noem met name ook Spullenhulp, dat behalve deze kledingruil ook
nog andere funkties vervult - en ik meen dat wij tekort zouden doen aan
de gevestigde situatie bij de drie instellingen plus datgene wat hier
al is, door - zij het misschien incidenteel - nog een vierde inzameling
toe te staan. Het is waar, dat we moeten oppassen dat er geen ver
snippering plaatsvindt, dat er een te grote vraag is, beroep wordt
gedaan op de burgers om kleding, of wat dan ook, te verstrekken.
Mevr. GREEFHORST: Ik wil daar graag nog even op reageren, ik denk dat de
heer Oudemans doelt op rommelmarkten enz. Ik weet uit de praktijk dat
maar een bepaalde categorie mensen zulke kleding koopt op rommelmarkten,
dat een groot gedeelte daarvan toch verdwijnt daarna naar het Leger des
Heils, dus ik denk dat er wel ruimte is voor een vierde inzameling.
Ik zou u dringend willen verzoeken om het nog eens te overwegen.
Heer VAN DEN BRAKEL: Ik zou ook nog graag een opmerking willen maken.
Ik zie dat op het moment de verschijning zich reeds voordoet dat er
winkels zijn waar tweedehands kleding verkocht wordt Dat brengt de
economische situatie met zich mee. In mijn direkte omgeving wordt ge
dragen kleding, die nog niet versleten is, in de buurt rondgegeven.
Het is niet meer zo, dat de mensen zomaar spullen aan de weg zetten als
het nog goed bruikbaar is, daar wordt zuinig mee omgegaan als het nog
door een ander gebruikt kan worden.
Wethouder OUDEMA.NS: Voorzitter, ik wil de suggestie van mevr. Greefhorst
om het nog eens te overwegen, meenemen, maar ik kan op dit moment geen
enkele toezegging doen.
VOORZITTER: Dan houden wij ons dus aan het voorstel van de commissie.