- 31 -
21 juli 1983
VOORZITTER: Mag ik u dan die vrees wegnemen, want ik geloof tóch dat wij
nu best unaniem kunnen besluiten. Ik heb net nog eens uitdrukkelijk
gezegd dat ƒ285.000,voor ons een maximum bedrag is, liefst minder en
in ieder geval niet meer. Dat heb ik duidelijk gezegd, dus dat impliceert
dat, als er zoiets zou dreigen te gebeuren, dan moet het terug naar de
raad. Dan constateer ik dat iedereen verder accoord is met dit voorstel.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VOORZITTER: Wij zijn nu klaar met de agenda en dan neem ik toch even de
gelegenheid te baat om, alvorens wij allen uiteengaan, om hopelijk van een
goede vakantie te genieten, toch even stil te staan bij het vertrek van
mevr. Allard. Ze zit wat verborgen achter de bloemen, maar ik kan haar
goed zien en ik heb haar altijd goed kunnen zien in deze raad, want zij
heeft altijd zeer duidelijk gesproken over haar mening en over hoe zij
vond dat de raad moest besluiten. Als ik probeer te schetsen, dan bent u
toch een opvallende verschijning in deze raad geweest en dat bedoel ik
dan in positieve zin en niet in de laatste plaats omdat u een fleurige
en hartelijke verschijning bent geweest in deze raad, wat dat betreft
hoop ik dat u het mij eens bent dat het vrouwelijk element bij de
volgende verkiezingen wel enige versterking behoeft in deze raad, want
anders zitten we alleen maar met van die overhemdjes, dat is toch ook
niet goed. Waar u zich mee bezig heeft gehouden in deze afgelopen
periode, waren zaken die nogal in de belangstelling hebben gestaan, als
ik kijk naar de discussies over de bezuinigingen en hoe je die moet aan
pakken, woorden als 'zero-base' zijn met uw naam verbonden en zero-base
is goed als je daarna dan maar weer verdergaat, zo heeft u dat ook altijd
bedoeld: eerst terug naar 0, naar 'af' zeg maar, en alle keuzes die je
kan maken bekijken en dan zorgvuldig kiezen. Maar dan ook daarna vast
houden aan keuzes. U heeft dat bepleit en we hebben hier vanavond ook weer
een discussie over zo'n zaak gehad van:we hebben een keuze gemaakt en moet
je daaraan vasthouden of niet, het blijkt toch dat men daar dan weer
genuanceerd over denkên kan. Dat moet dan toch misschien kunnen in een
democratie, aan de andere kant bent u in bestuurlijke zin altijd bewaker
geweest van de goede bestuurlijke zede, daar heeft u altijd op gelet en
dat komt misschien ook vanuit uw achtergrond: de studie die u nu wilt
afmaken. Wat dat betreft gaat u die interesse nu weer de volle gelegenheid
bieden en ik vind dat op zichzelf natuurlijk zeer verheugend dat een raads
lid door het werk dat hij of zij heeft gedaan niet is afgeschrikt van de
studie die ten grondslag ligt aan het werk dat wij doen, het hele bestuurs-
stelsel, het wettelijke stelsel en het is dan ook met erg veel genoegen