- 3 -
15 september 1983
van de nodige informatie wordt voorzien, voor zover u daar nog niet van
was voorzien. Mogelijk dat dat een en ander kan ophelderen.
VOORZITTBR: De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken.
a. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële
Adviezen, met het voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen.
b. Brief d.d. 5 juli 1983 van het Dagelijks Bestuur van de Opleidingsschool
voor gemeentepolitie "De Boschkamp" te Leusden, waarbij worden toegezonden
het financieel verslag over 1982, wijziging begroting 1983 nrs. 1 en 2 en de
begroting 1984 met het voorstel deze stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
c. Jaarverslag 1982 middellange termijnplan met middellange termijnbegroting
1984 - 1989 Waterleidingbedrijf Midden-Nederland, met het voorstel geen
bezwaren in te dienen.
d. Jaarverslag 1982 en begroting 1984 van het Gasbedrijf Centraal Nederland
met het voorstel algemene opmerking over kosten te maken overeenkomstig de
ter inzage gelegde ontwerp-briefmet het voorstel de ter inzage gelegde
ontwerp-brief conform de nieuwe ontwerp-brief te wijzigen.
e. Gedeputeerde Staten van Utrecht delen op 2 augustus 1983 in de rekening
van de algemene dienst en de bedrijfsrekeningen 1980 mede, dat zij deze
ongewijzigd hebben vastgesteld, met het voorstel deze mededeling voor
kennisgeving aan te nemen.
f. Jaarverslag en jaarrekening 1982 van het Regionaal Sociaal Werkvoor
zieningsschap Amersfoort, met het voorstel hiermede akkoord te gaan.
Met betrekking tot deze stukken wordt achtereenvolgens zonder diskussie
en zonder hoofdelijke stemming besloten, conform hetgeen door het college
is voorgesteld.
5. Vragen-halfuurtje. Er zijn geen vragen binnengekomen.
5a. Voorstel nota inzake de financiële positie van de gemeente wordt aangehouden
tot de raadsvergadering van 20 oktober 1983. Hiervoor in de plaats komt:
Verzoek van de heren J. Visser en R. van Gelder tot het houden van een in
terpellatie met betrekking tot de schuilkelder aan de Birkstraat - Van
Lenneplaan.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik denk dat de vragen op zich duidelijk zijn.
De aanleiding voor deze interpellatie was, dat wij graag duidelijkheid
zouden willen hebben met betrekking tot een aantal procedures die zijn
gehanteerd bij het totstandkomen van de schuilkelder. De vragen die wij
hebben zijn duidelijk geformuleerd, dus in eerste instantie zou ik het
hierbij willen laten en ik hoop dat er een bevredigend antwoord uwerzijds