- 4 -
15 september 1983
op de gestelde vragen zal worden gegeven.
VOORZITTER: Ik heb het antwoord dat ik namens het college geef hier voor mij
Het zijn een aantal bladzijden, maar het waren ook nogal wat vragen. Wij heb
ben de zaak zo goed mogelijk op een rij gezet; we hadden daarvoor maar kort
de tijd, maar we wilden hierop toch meteen reageren.
Voor de duidelijkheid van de diskussie, wil ik eerst in het kort aangeven
waarover de diskussie gaat. Er zijn drie zaken aan de orde t.w.
- het nut van schuilkelders in het algemeen
- de gevolgde procedure van totstandkoming van de schuilkelder;
- de financiële afwikkeling van deze zaak.
Over het nut van de schuilkelders in het algemeen gaat de interpellatie
vanavond niet, dat zal op een ander moment aan de orde komen. Het gaat nu
over de gevolgde procedure - zoals u zelf ook daarnet zèi - en de financiële
afwikkeling van de zaak.
De procedure is van het begin af aan met de commissie A.B.Z. besproken. In
deze commissie zitten - zoals bekend - alle fraktievoorzitters en nog enige
andere raadsleden. De commissie ging in meerderheid akkoord met het verlenen
van medewerking aan de totstandkoming van de kelder. Ik kom hier uitgebreid
op terug.
Financiële begeleiding heeft plaatsgevonden door de BB-kring. De administra
tie van de BB is openbaar en aan de gebruikelijke controle onderhevig.
Zo kon het gebeuren dat het verificatiebureau tijdens de bouw over de admi
nistratie opmerkingen maakte. Deze opmerkingen zijn door de A-kring Utrecht-
c én ons ter harte genomen en verwerkt in begrotingswijzigingen van de Kring
die door Gedeputeerde Staten ook zijn goedgekeurd.
De procedure: voordat enige beslissing is genomen, is door het college van
B&.W van Soest de commissie A.B.Z. geraadpleegd. De brief dd. 23 maart 1981
en de vergadering twee dagen later moge daarvan getuigen. Over het algemeen
kan ik zeggen dat de stukken die ik noem hier op tafel liggen en dat die
natuurlijk even kunnen worden ingezien. De meerderheid van deze commissie
afviseerde na ampel beraad positief over het verlenen van medewerking aan de
totstandkoming van de schuilkelder. In de notitie over de openbare schuilge-
legenheid Birkstraat die aan de commissie A.B.Z. is toegeaonden in oktober
1981 voor de openbare vergadering van 4 november, hebben wij de hele gang van
zaken tot op dat moment met betrekking tot het projekt aan de raadscommissie
gemeld. Zoals in deze notitie van oktober 1981 staat, heeft er op 25 juni 1981
een bespreking plaatsgevonden met de burgemeester, een vertegenwoordiger van
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het hoofd Bescherming Bevolking
A-kring Utrecht-C. Door BiZa werd medegedeeld dat de rijksbijdrage ter