- 24 -
20 oktober 1983
Heer van GARDEREN- Mijnheer de voorzitter, misschien dat u mijn vraag over
de universiteitscomputers nog in gedachten wilt houden en misschien nog na
wilt trekken.
VOORZITTER: In de wetenschap dat de wijsheid niet altijd op de universiteit
is te vinden, zullen we kijken wat daar dan nog te halen valt. Maar nogmaals,
binnen de beperkte mogelijkheden die wij hebben, de tijd is kort, z*l dat
niet meevallen. Je moet meteen een goede opening hebben, bij de juiste per
soon terecht zien te komen.
De heer Van Gelder heeft gezegd dat eventueel overwogen moet worden de eisen
lager te stellen. Dat moet inderdaad tegen elkaar afgewogen worden en dat heb
ik ook bedoeld te zeggen, We gaan natuurlijk uit van een basisprogramma, je
kunt niet helemaal weer overnieuw beginnen, maar we kunnen toch wel eens
kijken of er niet een bepaalde eis is waarvoor het wel nodig is om zoveel
uit te geven. Eigenlijk precies zoals u het in de commissie ook al naar
voren heeft gebracht.
De opmerking van de heer Van der Klink heb ik goed begrepen. U heeft het
voorstel gelezen, het wordt dus nog nader gedetailleerd en dan is het aan
u om het te beoordelen.
De heer Bolhuis wilde nog een toezegging hebben dat een dergelijke procedure
niet meer voorkomt. Hij weet als ervaren bestuurder dat er situaties voor
kunnen komen, waar het toch wel goed is om de omstandigheden van dat moment
in overweging te nemen en dan te kijken of je een dergelijke procedure -
hoe vervelend en hoe afkeurenswaardig dit op zichzelf ook is - toch nog een
keer zou moeten herhalen. Ik ben het met u eens, in principe zou het niet
moeten en ik geloof dat we dat rustig kunnen afspreken, maar ik vind ook dat
je de ruimte moet laten voor als het geval zich een keer voordoet en de situ
atie zo dringend is dat je toch moet zeggen: en toch doen we het.Je mag als
politicus dacht ik nooit 'nooit' zeggen.
Ik dacht dat we de zaak zo voldoende met elkaar hebben doorgesproken, ik ben
blij dat u ons dit vertrouwen geeft, wij hopen dat niet te beschamen, wij
zullen ons best doen. Ik stel voor dit krediet onder de condities zoals we
die hebben gesteld te aanvaarden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het plaatsen van
vier abris
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het treffen van
voorzieningen aan diverse kleuter- en lagere scholen.
De voorstellen 6 en 7 worden achtereenvolgens zonder diskussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.