- 18 -
15 december 1983
Voorstel stand van zaken sanering grondbedrijf.
Wethouder MENNE: Voorzitter, onder 2. wordt voorgesteld de verlaging van de
opbrengst van de grondverkoop in de complexen Parklaan en Egghermonde II ten
laste van het overschot sanering grondbedrijf te brengen. Bij nader inzien,
mede gelet op de diskussie in de financiële commissie, menen wij dat het
beter is weliswaar de prijzen van bedoelde kavels te verlagen, doch eerst
dan indien vast komt te staan dat de complexen een verlies opleveren en pas
dan te besluiten dit verlies ten laste van de reserve te brengen.
Heer VERHBUS: Mijnheer de voorzitter, het gaat hier onder andere om gronden
bestemd voor de bouw van ongesubsidieerde woningen. Als er nu in bepaalde
bladen door projektontwikkelaars en dergelijke geadverteerd wordt waarin
gevraagd wordt naar dergelijke grond, wordt er dan van de kant van het
college eventueel op zon aanbod van zo 1n projektontwikkelaar ingegaan?
Heer JACOBS: Mijnheer de voorzitter, ik ga ervan uit dat u uitstekende gron
den heeft om aan te nemen dat het door u in het verslag stand van zaken
sanering grondbedrijf genoemde reële overschot van 5 miljoen gebaseerd is
reële veronderstellingen. Ik heb daarover in de voorlaatste financiële
commissie gezegd, dat dit overschot een streling voor het oog lijkt. Of het
dat ook is, kunnen we pas vaststellen nadat de verkoop van de nog te verkopen
gronden is geëffectueerd. Met name ten aanzien van de verkoopopbrengst van
complex 'Klein Engendaal'welke echter niet is gedisconteerd in de gecalculeerde
opbrengstwaardeals component van het reële overschot, meende ik enige voor
zichtigheid te moeten betrachten met betrekking tot de ingeschatte prijs
per m2Vandaar mijn vraag of u nog van mening bent of de in het overschot
door u ingeschatte opbrengst de realiteit zal of kan benaderen.
Ten aanzien van het reële gedeelte van het overschot, dat u oorspronkelijk
het liefst aangewend zou hebben gezien voor dekking van eventuele verliezen
op de exploitatie van een drietal complexen, ben ik het eens met het opvoeren
van dit bedrag van ca. 1,8 miljoen in principe binnen het grondbedrijf als
reservering, zonder daarbij mij nu al uit te spreken over de bestemming van
die reserve. Dat om de simpele reden dat we niet kunnen inschatten hoe groot
die eventuele verliezen per complex zullen gaan bedragen. Kortom, onze
fraktie is van mening dat het totale overschot ad. 5 miljoen gebaseerd is
op reële veronderstellingen, dat de reële waarde in het economisch verkeer
wel duidelijk zal maken of de verwachte opbrengsten gegrond zijn.
Ten tweede: dat door onzekere faktoren een gedeelte van het overschot op de
sanering per 15 september als reserveringsbedrag binnen het grondbedrijf
moet worden opgenomen, zonder daarbij al bij voorbaat een verdeelsleutel
voor de verschillende complexen daaraan te verbinden. Met betrekking tot de