- 26 -
15 december 1983
Het voorstel wordt zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
16, Voorstel tot Het instemmen met de ontwerp-raambegroting 1984-1985 van de
Regionale Muziekschool Amersfoort.
ileer RIBBINK: Voorzitter, alhoewel de muziekschool goed werk geleverd heeft
en ik moet zeggen, wel érg scherp heeft bezuinigd, waarbij de leerlingen
zoveel mogelijk zijn ontzien, moet mij toch van het hart dat het handhaven
van de verhouding 30/70 in de huidige tijd niet mogelijk zal zijn. Daarom
zou ik toch aan de wethouder mee willen geven of hij dit zou willen bespreken.
De verhouding 30/70 staat voor de verhouding eigen bijdrage/gemeentelijke
bijdrage.
Heer POTHUIZEN: Ik heb geen bezwaar tegen het voorstel, mijnheer de voorzitter,
maar ik plaats er wel een kanttekening bij. Voor ons is het nog steeds twij
felachtig of de provinciale subsidie nu niet indirekt of direkt bij andere
doelen terechtkomt dan waar die behoort, als het om de steunfunktie gaat.
Zoals gezegd: nu maar geen bezwaar, maar wij willen dat toch nog eens nagaan.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, ik kan de heer Ribbink als volgt antwoorden:
aan de ene kant worden de tarieven van de muziekschool in het algemeen al
als vrij hoog ervaren en dat in dat opzicht de muziekschool ook gebonden is
aan een marktsituatie en rekening moet houden met anderen voor wat zijn
tarievering betreft. Een ander belangrijk argument is het feit dat men de
tarievenstruktuur heeft gestroomlijnd en op grond daarvan ook heeft gezegd
even te willen stabiliseren. Van jaar tot jaar wordt opnieuw bekeken wat er
met de lesgelden wat dat betreft moet gebeuren.
Voor wat betreft de opmerking van de heer Pothuizen over de provinciale
subsidie ten behoeve van de steunfunktie, kan ik hem verzekeren, gezien het
feit dat ik nog geen klachten heb gehoord van onze steunfunktionaris over
de ontvangst van haar salaris en de faciliteiten die ze bij haar werk nodig
heeft, dat de provinciale subsidie wordt besteed aan datgene waar die voor
wordt ontvangen.
Heer RIBBINK: Voorzitter, ik heb het dus goed begrepen: zogauw er een
wachtlijst bij de muziekschool gaat ontstaan, zal de verhouding 30/70 nog
eens aan de orde komen?
VOORZITTER: Het antwoord is nee, dat heeft u niet goed begrepen.
Heer RIBBINK: De wethouder verklaarde net dat hij rekening moet houden met
het aantal mensen wat zich heeft ingeschreven als belangstellende, deelnemers.
Wethouder KINGMA: Ik heb betoogd dat er een bepaalde marktsituatie is. Dat
betekent niet dat het gaat om het aantal leerlingen of een wachtlijst die
er zou zijn, maar hoe de tarieven van de muziekschool zich verhouden tot de
tarieven die anderen die muziekles geven berekenen. Hoe dat zich tot elkaar