- 27 -
19 december 1983.
In de nota van aanbieding zegt u op blz. 28: "Wij kunnen derhalve geen
zekerheid geven in welke mate de Amersfoortse regiowoningen1 ten goede
zullen komen aan de Soester woningzoekenden". Wij zouden toch willen aan
dringen op afspraken met Amersfoort over het aantal regiowoningen ten
goede van de Soester woningzoekenden. De afspraken die hierover in het
verleden in de verstedelijkingsnota gemaakt zijn, dienen nagekomen te worden.
Het bouwen van ongesubsidieerde koop- of huurwoningen met lage woonkosten
heeft zeer zeker onze instemming, waarbij wel voorkomen moet worden, dat
de duurdere huurwoningen niet leeg komen te staan. Bij het bouwen dient
wel opgemerkt te worden dat er nauwlettend op toegezien moet worden dat er
solide gebouwd wordt.
Voor de gezonde bejaarden dient gestreefd te worden naar eenvoudige wo
ningen, zodat de bejaardentehuizen beschikbaar zijn voor hulpbehoevende
bejaarden.
De werkloosheid is groot. Als overheid dienen we een verantwoorde werkge
legenheid te bevorderen. Dit kan o.a. bevorderd worden door realisering
van industrieterreinen, goede contacten met het bedrijfsleven en een
itotte afwerking van de benodigde vergunningen. Naar aanleiding hiervan de
volgende vragen: Hoe staat het met de realisering van het industrieterrein
"Nieuwe Gracht"?
Wat wordt er gedaan voor een vlotte behandeling van de vergunningen?
Op welke wijze worden startende ondernemeners geholpen?
In hoeverre worden bij opdrachten van de gemeente Soester ondernemers
ingeschakeld?
In welke mate wordt gebruik gemaakt van werkverruimende maatregelen?
Welke projekten zijn er voor 1984 aangemeld?
Mijnheer de voorzitter, de zorg voor het bewaren en instandhouden van
monumenten en andere historisch waardevolle zaken is een specifieke
cultuurtaak van het gemeentebestuur, in samenwerking met Monumentenzorg.
Gaarne vernemen wij van u welk beleid u in deze voert.
Mijnheer de voorzitter, aan het begin van deze raadsperiode is er een
"uitgangspuntenbeleid 1982/1986" gemaakt door de lijsttrekkers. Hierin
is vastgelegd dat er jaarlijks een evaluatie dient plaats te vinden. Wij
zijn van mening dat een opmaken van de balans nodig is om na te gaan in
hoeverre we gezamenlijk gevorderd zijn met de realisering van deze uit
gangspunten. In uw antwoord op vragen naar aanleiding van de begroting
zegt u bij deze vraag dat dit doorlopend in de raad en commissies plaats
vindt. Wij vinden toch dat het nuttig is om de afspraken nog eens
gezamenlijk te bespreken. Wij horen hierop gaarne reakties van de andere
frakties en van het college.