- 47 -
19 december 1983
De brievenprocedure, mijnheer Pothuizen, stellen wij aan de orde in
A.B.Z. zoals wij hebben afgesproken. In een van de komende vergaderingen
doen we dat. De heer Van Gelder heeft nog een korte beschouwing gewijd
aan opvattingen over normen en uitvoering van het werk volgens bepaalde
normen. Het college heeft zich nog eens gebogen over die tekst en ik
moet u zeggen: u mag het ons nog een keer uitleggen. We vragen ons toch
af wat u bedoelt en het is toch goed dat we proberen zo duidelijk mogelijk
met elkaar zijn. Dus graag nog eens een toelichting opdat punt van uw kant
De evaluatie van het programma van uitgangspunten is een belangrijk punt
dat bijna alle frakties hebben aangesneden. Laat ik daar heel concreet over
zijn, we hebben daarover gesproken in het college en wij zijn van mening
dat per sektor in de verscheidene commissies van de raad een evaluatie
binnenkort moet worden gemaakt aan de hand van een schriftelijk stuk van
onze kant. We hoopten dit in januari al te kunnen doen, maar het zal de
commissie-vergadering van februari worden, waarin dit plaats zal moeten
vinden. Het voordeel daarvan is, dat als dat stuk er is, het ook kan worden
betrokken bij de bespreking in deze raad van de sektorsgewijze bezuinigings
voorstellen die ook in februari op de agenda komen. Dat past daar goed bij.
Naar aanleiding van het beleidsprogramma en de AT.B.-procedure zou ik nog
iets willen zeggen in het algemeen. Overigens over de A.T.B.-procedure nog
even het punt in aanvulling op wat de wethouder heeft gezegd: de toekomst
van de Sportstichting is een zaak die binnen het A.T.B. verband moet worden
behandeld. Dat betreft het punt takendiskussie, organisatie van de sport
en wij horen ons te houden aan het spoorboekje, dat heeft u zelf ook onder
streept, het is dus goed vast te stellen dat in dat verband moet geschieden
Er moet over die dingen gesproken kunnen worden, maar dan wel in het goede
kader op het juiste moment.
Naar aanleiding van de ATB-procedure en het beleidsprogramma zoals dat
door de lijsttrekkers indertijd is opgesteld en door de raad aanvaard, nog
het volgende: een paar elementen moeten we goed in het oog houden op het
ogenblik. Dat is ten eerste de politieke verantwoordelijkheid voor de
A.T.B.-procedure: die ligt bij de wethouder in eerste instantie. Die ligt
niet bij de diensthoofden, de wethouder is de eerst verantwoordelijke in
het college Het college als geheel is verantwoordelijk naar u toe.
In de brief, die wij aan de raad hebben geschreven op 22 februari 1983,
daar staat het volgende in: 'De wethouder financiën is verzocht en bereid
gevonden de bestuurlijke coördinatie te verzorgen. Hij is hiervoor derhalve
de eerst-verantwoordelijkeDie brief heeft deel uitgemaakt van de