- 6 -
20 december 1983
bedoeling is om elk projekt op zich zorgvuldig te analiseren, te kijken wat
de consequenties zijn en daarvan bij volgende projekten weer gebruik te maken.
Door D'66 is nog een opmerking gemaakt over de Kinderboerderij. In eerste
instantie heb ik daar antwoord op gegeven, maar ik wel er nog eens uitge
breid op ingaan. De raad heeft een beslissing genomen; de Raad van State heeft
de uitvoering van die beslissing geschorst. Op grond daarvan heeft het college
een bepaalde weg uitgestippeld, die inhield: overleg met alle instellingen
op het gebied van jeugd- en jongerenwerk in Soest; toegezegd was een reaktie
rond 5 december; ondertussen is dat 16 december geworden. Wij hebben nog
niet de gelegenheid gehad om dat nader te bestuderen. Tn het licht van het
welzijnsprogramma dat in de raad van januari aan de orde komt, zullen wij
daar verder op in kunnen gaan. Daar zal ik het op dit moment bij moeten laten,
niet nadat ik nogmaals de woorden in herinnering zou willen roepen die de
voorzitter gisteren heeft uitgesproken toen hij antwoordde op een vraag over
AROB-procedures en de nodige zorgvuldigheid. Ik denk dat u ervan verzekerd
kunt zijn - zeker gezien de uitspraak van de Raad van State - dat die nodige
zorgvuldigheid in acht genomen zal worden.
Wethouder OUDEMANS; Mijnheer de voorzitter, in tweede instantie heeft de
heer Verheus, naar aanleiding van het voorstel van de personeelsvervangings-
stop gezegd, dat het niet de bedoeling was om de benoeming in handen van de
raad te leggen, maar de essentie is tenslotte niet het formele benoemen, het
tekenen van de aanstelling, maar het geheel van de procedure. Aan een
benoeming gaat vooraf: de beslissing van de vervulling als zodanig, de vraag
of het intern zal gebeuren of niet.de funktie-eisen, de selektie enz.
De realiteit op het ogenblik is in feite al, dat er een vakature-stop bestaat,
met een interne voorziening. Bovendien is er een procedure gekozen in een
eerder stadium, een takenplan, een formatieplan, een sociaal plan en dat is
aangevuld met een toetsingscommissie, die een normale interne commissie is,
met advisering aan het college, net als bijvoorbeeld de stuurgroep automati
sering. Indien de sektorale bezuinigingen er eenmaal zijn, c.q. het formatie
plan er eenmaal is, met een verantwoordelijke portefeuillehouder voor de
uitvoering ervan, dan past ons inziens niet een personeelsvervangingsstop
met een beslissing door de raad over extern te vervullen vakatures. Een
dergelijke beslissing zien wij bovendien ook als een doorkruising van
uitgestippelde lijnen en als een gebrek aan vertrouwen. Dat gaat niet alleen
mij als portefeuillehouder personeelszaken in de eerste plaats aan, maar ook
het college als geheel. Het college heeft dan ook ernstige bezwaren tegen
het voorstel en wijst dit af. Wel is het college bereid om na heden ontstane
vakatures tot aan de raadsvergadering van februari a.s. niet extern te doen
vervullen