- 24 -
20 december 1984
primitieve begroting moet daar afgetrokken worden de
vrijvallende verlaging rente en afschrijving en de
verhoging personeelskosten
36.114,18
44.368,67
2.630,=
77.852,85
Dan kom ik oP_2_^30Ch 667^95 Deze cijfers spreken, dacht ik, voor zichzelf.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, ik heb altijd, betreffende de
Sportstichting, vastgehouden aan de inlevering van de ton, ook die voor
1984. Ik heb zelfs op 25 november 1982 voorgesteld om nog meer te bezuinigen
bij de sport, wat toen niet aanvaard is. Tk houd dus zeker vast aan de twee
ton
Heer BLOM: Voorzitter, 25 november vond ik politiek een redelijke verdeling
van allerhande bezuinigingen ten opzichte van de sport. Dat is niet geëffek-
tueerd. Ik vond het een goede zaak en ik zie het nog tegemoet. Daarom kan
ik niet voor deze begroting stemmen.
Heer JACOBS: Ik zou graag van het college willen weten of die ton in 1983
inderdaad is geëffektueerd
lieer POTHUIZEN: In dit geval ben ik even principieel als de heer Van Garderen.
Wethouder MENNE: Voorzitter, de heer Visser heeft naar de motieven gevraagd
waarom het college de tweede ton heeft laten vallen. De richtlijnen met
betrekking tot het raadsbesluit, zoals u weet, zijn niet bij de Sportstichting
doorgekomen, voor wat betreft de tweede ton. Op grond daarvan en wetend dat
voor wat betreft de eerste ton deze slechts voor een gedeelte is gerealiseerd,
de rest zal nog moeten worden gerealiseerd, zij het dat dat niet meer in het
kalenderjaar 1983 lijkt te kunnen, hebben wij besloten de tweede ton te moeten
laten vallen. Daarbij is mede in acht genomen het raadsvoorstel waar staat
onder lil en IV dat een doorwerking van een half jaar in het jaar daarop een
heel jaar geeft en dat het jaar 1983 al bijna verstreken is.
Daarbij moet ik ook in aanmerking nemen dat wij één maand staan voor het
collegebes luit met betrekking tot de bruto bruto-bedragen in de betreffende
sektoren. In dat licht hebben wij gemeend dat ook voor wat betreft de be
zuinigingen in de sport dit in de sektorale aanpak een plaats zal moeten
krijgen.
Wethouder PLOMPMijnheer de voorzitter, ik denk dat het toch goed is om even
in het kort in te gaan op de berekening die de heer Van Gelder net heeft
laten ronddelen, op gevaar af, dat ik in heihaling verval, zowel wat mijzelf
betreft, als wat collega Menne betreft. De heer Van Gelder komt op een nade
lig saldo van afgerond 2,3 miljoen, de Sportstichting komt op een nadelig
saldo van ruim 2,5 miljoen. Dat verschil is wel te verklaren. In de eerste
plaats via de verklaring die de heer Menne heeft gegeven met betrekking tot
de tweede ton, die er bij de heer Van Gelder wel in zit en in onze begroting