- 27 - 20 december 1983 vind ik dat we nu juist een algemene diskussie zouden moeten voeren zoals zou kunnen bij de A.T.B. of wat daarvoor in de plaats komt, en zoals die bij de algemene beschouwingen bij deze begroting naar voren komt. Die algemene beschouwingen nu, leiden er bij mij toe, dat mijn voorkeur niet uitgaat naar het laten wegvallen van een ton bij de sportstichting. Heer STRIETMAN: Ik wil aansluiten, mijnheer de voorzitter, bij de woorden van de heer Jacobs ten aanzien van het funktioneren van de Sportstichting. Tk dacht dat we daar met elkaar al over hadden gesproken en mee accoord waren, dat daar een onderzoek naar moet komen. Ten aanzien van de sport en de vrijwilligers is er gesproken door de heer Van den BrakelIk denk dat ik uit een stukje ervaring spreek als ik zeg te weten wat de vrij willigers voor de sport doen, daar zijn geen woorden voor te vinden. Ten aanzien van het funktioneren van het Sportstichtings-bestuur met elkaar, dacht ik dat we werken, dat we weten wat er leeft bij de verenigingen, we zijn er allemaal van overtuigd dat bij de sportverenigingen op zich echt niets meer te halen is en ik sluit mij graag aan bij mijn fraktievoorzitter, dat het uit het apparaat moet komen. Daar zullen we begin volgend jaar verder over spreken. Heer POTHUIZEN: Het niet inleveren van de tweede ton blijft voor mij onaanvaardbaar. De voortdurende vereenzelviging van de Sportstichting en de sportverenigingen acht ik onjuist en ik ben ook van mening, dat als er iets moet gebeuren het niet bij de sportverenigingen moet gebeuren, waar al die vrijwilligers inderdaad bijna onschatbaar werk doen, maar dat het uit het lichaam - zoals het wordt genoemd - van de Sportstichting moet komen. Heer VAN GARDEREN: Ik wil mij aansluiten bij hetgeen de heer Pothuizen heeft gezegd. VOORZITTER: Dan kom ik nu tot afronding en stemming over de begroting Er zijn ideeën gelanceerd, door de heer Van Gelder in de vorm van een voorstel, begrijp ik? Heer VAN GELDER: Nee, ik vind dat het niet op onze weg ligt, als raad, om te gaan wijzigen in de begroting van de Sportstichting. Dat zou een rare constructie zijn. Ik heb aangegeven met welke posten ik problemen heb en als daar verder niets aan gedaan wordt, dan is het logisch dat ik tegen de begroting stem. VOORZITTER: Wie wenst geacht te worden tegen deze begroting te hebben gestemd? Dat zijn de heren Blom, Van Garderen, Pothuizen, Visser, Van Gelder en mevr. Meijer. Ik schors de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering om 19.00 uur.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 518