- 32 -
20 december 1983
besluitvoriiing met dit soort opmerkingen zorgvuldig moeten omgaan en in afwe
ging tegen de andere dingen moeten we kijken of het kan.
Wethouder OUDEMANS: Voorzitter, ik heb behoefte om hierop toch even te reage
ren. Ik heb inmiddels de brief opgezocht die op 20 juli verzonden is naar
aanleiding van de behandeling in de commissie bedrijven aan de Nederlandse
Bond van Ouderen. Daarin staat als slotzin"Tijdens de behandeling van uw
brief in de raadscommissie bedrijven en personeelszaken op 6 juli j.1. hebben
de leden afgesproken, tijdens de begrotingsbehandeling 1984 extra aandacht
aan de reconstructie Rademakerstraat te besteden."
Dat is dacht ik nu gebeurd.
V00RZITTBR: Ik neem aan dat dit hoofdstuk van de begroting voldoende is be
sproken
Hoofdstuk VI. Openbare werken.
Heer VAN GA RDEREN: Mijnheer de voorzitter, ik wi1 een opmerking maken over
post 06.0016 Aandeel in de kosten van onderhoud van provinciale en andere
wegen ad. 50,= Er zijn in de begroting wel meer posten te vinden van vrij
kleine bedragen, die steeds meegenomen moeten worden. Dit is een overeenkomst
uit 1916 en ik vraag mij af of er met betrekking tot dergelijke posten geen
overleg mogelijk zou zijn met de gemeente Zeist in dit geval, zodat het kan
vervallen of eventueel afgekocht wordt. Het moet iedere keer meegenomen
worden, dat kost tijd, geld, plaats in de begroting en ik zou graag zien
dat u dit eens bekijkt.
Wethouder MBNNE: Ik denk, voorzitter, dat het inderdaad een goede suggestie
is om te bekijken of we niet van dergelijke posten afkunnen. Dit is inder
daad een hele oude post. Het geld wordt er wél ook aan uitgegeven.
Heer EBBERS: Mag ik dan meteen meegeven post 06.004 ook een besluit van 1941
een jaarlijkse bijdrage aan de Provincie voor onderhoudskosten van de Eem
Ik dacht dat dat ook beter bij de Provincie zou kunnen horen en niet bij ons.
Dat gaat om bijna 30.000,=
V00RZITTERDat is een goede suggestie.
Hoofdstuk VII: Eigendommen^ niet voor_de openbare_dienst bestemd^
Over dit hoofdstuk wordt niet gediskussieerd
Hoofdstuk_VIII: Onderwijs^cultuurenrekreatie
Mevr. MEIJER: Voorzitter, allereerst wil ik zeggen, dat wij achter het beleid
staan dat gevoerd wordt wat betreft het onderwijs in Soest. Alleen, en dat
heb ik vorig jaar ook al eens gezegd, er zal gestreefd moeten worden naar de
normuitkering die het Rijk ter beschikking stelt. Dat heeft u trouwens ook
in uw collegeprogram gezet, dat wij daarnaar zouden streven. Tedere overschrij