20 december 1983
elkaar afgestemd zijn. Nu spreekt mij het idee sterk aan, om de taak vast te
stellen, te kijken hoeveel mensen daarvoor nodig zijn en dan te zien welke
kosten dat met zich meebrengt. Het betekent ook dat je een keuze maakt, dat
je bepaalde taken niet meer zult vervullen en dan hoop je dat, als die
taken toch nog noodzakelijk blijken, er op andere wijze in de samenleving'
op wordt gereageerd. Ik denk dat dat ook moet gebeuren in het welzijnswerk.
Het is dus niet alleen maar negatief en uit het idee hoe het zo zuinig
mogelijk gedaan moet worden, nee, het is ook omdat iedereen maar een
beperkt aantal dingen kan doen binnen de beschikbare middelen. Als ik de
stijging zie van het bedrag dat wij op het ogenblik toeleggen bij de
federatieve raad, vergeleken met de rekening 1982 en ik denk aan de pro
blemen die er waren bij het invullen van vakatures binnen de welzijns-
instellingen - dat moeten wij immers doen op grond van onze eigen subsidie
verordeningen, wij keuren een aantal formatieplaatsen goed, heb ik begrepen,
dat betekent dat we over de goedgekeurde formatieplaatsen eigenlijk
geen zeggenschap meer hebben als daar een vakature in ontstaat - dan denk ik
dat het hele gebied van het welzijn een aantal taken heeft opgebouwd in de
loop der jaren, daar heeft ze een aantal formatieplaatsen voor en nu gaan
we straks wegen welke instellingen hoog op de prioriteitenlijst komen.
Daar zit ons probleem. Wij denken dat ook binnen de welzijnsinste11ingen
een keus gemaakt moet worden welke taken de hoogste prioriteit hebben,
welke formatieplaatsen daarvoor nodig zijn. Als die keuze gemaakt is, door
de instellingen zelf, dat is hun eigen verantwoordelijkheid, kan ik mij
voorstellen dat er in dat systeem van het welzijnsplan wordt gezegd: die en
die taken hebben prioriteit één, de andere lagere prioriteiten. Maar dat
betekent dan wel dat wij ook als gemeente niet alleen maar moeten wachten
tot de commissie welzijnsplanning klaar is, na het overleg met de verschil
lende instellingen, met een plan, maar ons voor moeten bereiden om met
de subsidie-verordening, maar ook met de wensen die wij uitspreken ten
opzichte van die instellingen, duidelijk te zijn. Als zodanig hebben wij
het takenplan in onze algemene beschouwingen genoemd Om een heel concreet
voorbeeld te geven, denk ik aan de problemen die je aan de ene kant hebt
met een Volksuniversiteit die alleen maar gesubsidieerd wordt op cursussen
die een werkelijk algemeen vormend karakter hebben, maar die andere
cursussen, die je gewoon doet voor je eigen genoegen, in rekening brengt
bij de mensen. Aan de andere kant hebben we instellingen die ook die
cursussen zwaar gesubsideerd krijgen. Dat is dan de kant van het aanbod,
waarvan je je af zou moeten vragen of dat allemaal maar gedaan zal moeten
blijven worden. Er is ook de kant van de vraag en dan denk ik bijvoorbeeld
- 39 -