7 maart 1983 van het College en de Raad, Gods zegen toewensen voor de taak die u in deze gemeente mag vervullen. Ook het College en de raadsleden wensen wij Gods zegen toe voor het vele werk en de grote verantwoordelijkheid die ons is opgelegd. Dank u wel. VOORZITTER: De algemene beschouwingen van de kant van de raadsleden zijn afgerond en wij komen nu toe aan de beantwoording door het College. De motie van de heer van Garderen wordt voldoende ondersteund om onderdeel van diskussie uit te maken. Heer MENNE: Uit de algemene beschouwingen van elk der politieke partijen van Soest constateer ik, dat u allen van mening bent, dat er moet worden bezuinigd. Als wethouder van financiën constateer ik voorts, dat wij het daarmee eens zijn over één instrument; een tweede constatering van overeenstemming is de sluitende begroting Als het gaat over het resultaat van de hantering van het bezuinigingsinstrument, dan constateer ik dat de VVD, het CDA en SGP/GPV/ RPF in het algemeen instemmen, doch PvdA, Progressief Soest en D66 dat niet doen. Het sluiten van de begroting wordt door u allen erkend, maar enkelèn van u wijzen op het onzekere van sommige geraamde posten, de zwakke plekken. De heer van Garderen vraagt zich af, of deze begroting wel sluitend zal worden afgesloten. Het College is van mening, dat deze begroting, zoals hij er nu uitziet, sluit en straks in de vorm van de rekening 1983 positief kan worden afgesloten. Naar zekerheid dient te worden gestreefd, maar kan bij geen enkele begroting voor 100% worden gegarandeerd. Door enkelen van u is gesteld, dat het College geen beleid ontvouwd heeft. Deze stelling is niet terecht, naar de mening van het College. Het laatste halfjaar werd namelijk met name ingenomen door een zeer arbeidsintensieve afwikkeling van een bezuinigingsronde, volgens een manier zoals die met u was afgesproken. Intussen zijn we sinds enkele maanden bezig een geheel ander beleid op te starten, waarbij het de Raad mogelijk zal worden gemaakt beleidskeuzes te maken, gebaseerd op een strukturele aanpak, waarbij alle taken aan de orde komen. Mevr. Allard spreekt van een gigantische operatie in dit verband en naar mijn mening terecht. Niet terecht is het, om in dit stadium te stellen, dat er nu tussendoor- dus tussen dat wat we in het verleden hebben gedaan en wat we nu bezig zijn op te starten - nog een aan biedingsbrief had behoren te zijn, die voor elk der verschillende sektoren in deze begroting 1983 het achterliggend beleid zou moeten ontvouwen. Wij kunnen daarom niet instemmen met de stelling, dat er geen beleid zou zijn. Immers, wij zijn bezig een meerjarenbeleid op te zetten, gebaseerd op een takenplan en een personeelsplanUit uw reaktie op onze brief van 22 februari en verwoord in uw algemene beschouwingen, mag ik toch concluderen, mag het College toch concluderen, dat u met ons de mening bent toegedaan, dat bedoelde strukturele aanpak er moet komen. - 31 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 56