- 21 - 26 april 1984 Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, dit voorstel is niet in een commissie geweest en ik weet niet wat de gebruikelijke weg is. Ik heb de procedure van de planschade even nageslagen en daar lees ik in dat de raad binnen twee maanden moet beslissen of dit verzoek ontvankelijk wordt verklaard, daarna vier maanden krijgt een commissie, ingesteld door de verzoeker en het college, de tijd om dit uit te zoeken en dan moet de raad beslissen of er schadevergoeding betaald wordt of niet. Ik begrijp niet helemaal waarom er een uitstel moet zijn van twee maanden en waarom dit niet eerst in een commissie geweest is. VOORZITTER: Ik heb begrepen dat het stuk vrij laat is binnengekomen. Er moet de nodige zorgvuldigheid worden betracht om een goed voorstel hierover van het college te maken, ambtelijk heeft het dus nog enige voorbereiding nodig en vandaar dat wij voorstellen dit aan te houden. Wij willen niet overhaast tewerkgaan, wij willen alle recht geven aan de heer Witpaard om behoorlijk antwoord te geven op de punten die hij naar voren brengt. Het is gebruikelijk in de raad dat er dan verder geen diskussie wordt gehouden, maar dat gewacht wordt tot het voorstel van het college er is. Heer VAN GARDERENNemen we dan nu een beslissing dat het ontvankelijk is? VOORZITTER: Ja, dat wel, maar meer niet. Geen principiële uitspraak, we zeggen alleen wel vast dat wij vinden dat het ontvankelijk is, met andere woorden: dat er een beslissing moet worden genomen over de inhoud van de zaak, dus niet op formele gronden een afwijzing volgen omdat men bepaalde termijnen heeft overschreden of niet voldoet aan de eisen die de wet stelt. Heer VAN GARDEREN: Als ik de procedure goed gelezen heb, kun je alleen uitstel vragen op deze beslissing, niet op de definitieve beslissing. VOORZITTER: Ik dacht dat het net andersom was. Als je ontvankelijk ver klaart - dat is eigenlijk een formaliteit en verder niet van belang - betkent dat dat je zorgvuldig tewerk moet gaan, een goed voorstel moet voorbereiden. Daar is wat meer tijd voor nodig en we besluiten nu om die tijd te geven. Anders betekent het dat we misschien onzorgvuldige besluitvorming plegen en dan lopen we de kans dat de AROB-rechter dit besluit gaat schorsen of wat dan ook. Dat wil ik in ieder geval voorkomen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VOORZITTER: We zijn hiermee aan het eind gekomen van deze vergadering. Ik wil graag het volgende nog even onder uw aandacht brengen. Op 4 mei vindt 's middags de onthulling van het monument plaats en ik geloof dat het zeker ook door de bevolking van Soesterberg, die in zo grote mate heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van het monument, op prijs zal worden gesteld als de raad in grote'getale daarbij aanwezig is.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 106