- 11 -
21 juni 1984
onderschreven door het college, dat lijkt mij toch niet de juiste manier
om met de geadresseerden om te gaan. Met betrekking tot die procedure -dat
is eerder gezegd tijdens begrotingsbehandelingen in de algemene beschouwin
gen- is toch aan de orde het funktioneren binnen het college. Ik denk dat
we daar een drietal verantwoordelijkheden zullen moeten onderkennen, dat
is de voorzitter, met de bijzondere verantwoordelijkheid voor de coördinatie
van het funktioneren van B&.W en uiteraard ook de raad, de individuele
wethouders voor hun eigen portefeuille, maar daarnaast -ik vind het toch
wel teleurstellend dat het in zo onvoldoende mate ook in de standpunten van
de andere fraktievoorzitters doorklinkt- voor het totale college-beleid.
Het college is collegiaal bestuur en men kan niet volstaan met te zeggen
dat één lid van het college daar exclusiefals zou het college een verzameling
kleinwinkeliers zijn,verantwoordelijk voor is.
Met betrekking tot de voorstellen die u heeft gedaan: in het algemeen hebben
wij waardering voor de wij 2e waarop door iedereen is gewerkt aan het invul
len van de bezuinigingen. Wij stellen daarbij vast dat in het algemeen geen
wezenlijke aantastingen van de taken van de gemeente hebben moeten plaats
vinden. Zoals gezegd, wij betreuren het dat het college het niet eens is
over het welzijn, wij zijn van de andere kant accoord met de voorgestelde
procedure om in ieder geval vo'ór 1 oktober met voorstellen te komen.
In uw bijstelling van uw eerdere voorstel hebben wij vastgesteld dat de
Zoneverordening Hinderwet in stand blijft. Daar staan wij positief tegenover
Hetzelfde geldt met betrekking tot de commissie milieubeheer. Wij vinder
het jammer dat het milieubeleidsplan niet gemaakt wordt, maar accepteren
dat in het totaal van de bezuinigingen. Met betrekking tot de politie en
de brandweer moeten we vaststellen, dat daar nauwelijks bezuinigingen zijn
gehaald. Wij zijn van mening dat f.l.o. een uitvloeisel is van het
ambtenarenreglement. Net zomin als men bij iedere volgende medewerker die
met f.l.o. gaat van ons kan verwachten dat wij zullen zeggen: dan mag die
formatieplaats dus niet vervuld worden totdat de betalingen in verband met
de f.l.o. ophouden, kunnen we minder uitgaven die ontstaan door het niet
meer hoeven doen van die betalingen als bezuinigingen aanmerken. Tevens zijn
wij van mening dat de hogere inkomsten van de zijde van het Rijk geen
bezuinigingen zijn. Wij zijn blij met het feit dat het college vooralsnog
de verhogingen van de inkomsten, althans het voorstel daartoe, heeft terug
getrokken. Met betrekking tot de bezuinigingen op de Stichting Zwembaden
vinden wij het uiteraard positief dat er kosten konden worden verlaagd door
het verlengen van de afschrijvingstermijn van de warmtepomp, maar binnen het
kader van de spelregels die wij hebben vastgesteld met betrekking tot de