.ano- "in :oals it de ook 'oom ïef t )ver so- ipunt L, de t ie j stel srt- i op t 9 r eer ronder i d van nieuws ding ekking t mij n, g van een ui t ende - 17 - 26 januari 1984 natuur. Ik hoop overigens, dat gemeente en atletiekorganisatie elkaar zullen kunnen vinden binnen onze randvoorwaarden, vanavond te bepalen. Heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter, een algemeen gezegde luidt: waarom zou je het makkelijk doen, als het moeilijk ook kan? Als ik de diskussies en de voorlichting onder ogen zie, dan vraag ik mij af waar we mee bezig zijn. Wij hebben als gemeenteraad een zogenaamde Sport stichting in het leven geroepen, want we waren zo blij dat we in ons bestuur burgers hadden die bij het besturen van bepaalde elementen betrokken waren. Dat kun je als raad natuurlijk niet zomaar doen, dan kies je uit je midden drie raadsleden en je maakt een wethouder voorzitter van die stichting, dan ben je via de gemeenteraad voor 100% ingedekt. Als ik dan naast mij een collega heb, die zegt dat het een stomme brief is van de Sportstichting, dan denk ik dat er misschien collega's zijn die zo stom zijn, dat ze geen brief kunnen lezen en bovendien de inhoud van de statuten en de reglementen van de Sportstichting niet kennen, anders zouden ze zo'n stomme opmerking niet gemaakt hebben. Bovendien is het zo, mijnheer de voorzitter, dat wij van deze raad de taak hebben gekregen - en dat is volgens de statuten in september 1973 geweest - om de belangen van de sport te dienen en het verloop ervan in goede banen te leiden. In de vorige raadsvergadering heb ik gesteld, dat wij als raad op een onplezierige manier omgaan met mensen die als vrijwilliger voor onze gemeenschap iets willen doen, bijvoorbeeld alle bestuursleden van bepaalde verenigingen, die belangeloos voor ons in de weer zijn om in ieder geval het welzijn op een bepaalde manier aangenaam te bevorderen. Die mensen doen dat volgens mij voortreffelijk, wij hebben ook in de sportstichting ontzettende goede bestuurders. Ik kan mij indenken dat die bestuurders de sport uit een iets andere zienswijze benaderen dan wij als raadsleden dat misschien doen. In de Sportstichting zitten verscheidene mensen die al heel lang meedraaien en wij zitten hier met een nieuwe raad, waarvan de meeste leden de statuten en de reglementen van de Sportstichting volgens mij nog nooit gelezen hebben. Ik kan mij indenken dat de Sportstichting, zonder dat ze gehoord zijn ten aanzien van de beslissing die nu genomen is door het college, een dergelijke brief schrijft, omdat ze het met een dergelijke gang van zaken niet eens kan zijn. Als het college van mening is dat de Sportstichting het niet goed doet, dan moet er een voorstel ingediend worden om de Sportstichting op te heffen, maar dan moet u het ook concreet onderbouwd op tafel brengen. Wij hebben een opdracht van u gekregen. Stel dat ik van een principaal een opdracht heb gekregen heb om een bepaald werk uit a

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 18