- 24 - 20 september 1984 Wethouder PLOMP: Hoe dan ook, ik denk dat wij het daar volstrekt over eens zijn. Wij hebben begrepen dat er in de commissie financiën is afgesproken dat er nader maatregelen zouden worden genomen om de bonden onder druk te zetten. Vanuit het landelijk sportberaad worden over de brede linie, niet alleen ten aanzien van deze sport, natuurlijk voortdurend maatregelen genomen om te kijken in hoeverre de eisen van de bonden binnen de perken gehouden kunnen worden. In dat verband kan ik de heer Van Gelder toezeggen dat dezer zijds zal worden aangedrongen bij de bonden om in ieder geval hun eisen aan te passen aan de financiële omstandigheden van de gemeenten. Ik kan niet toezeggen op welke termijn wij antwoord zullen hebben, maar zodra het binnen komt willen wij dat graag ter inzage leggen. Eén ding vrees ik daarbij, dat het antwoord niet in december beschikbaar is, het moment waarop een van de frakties het stuk terug wil hebben. De situatie met betrekking tot de bonden is, naar ik vrees, in december nog niet anders dan nu. Het college heeft uiteraard overwogen dat er bonden zijn, maar het college heeft ook gemerkt dat er clubs zijn die levensvatbaar moeten blijven. Eén van die clubs is B.D.C. die een aantal leden heeft, waaronder veel jeugdleden. Ik dacht dat de gemeente de plicht had om in ieder geval deze vereniging levensvatbaar te laten zijn en de leden van die vereniging in de gelegenheid te stellen hun sport te beoefenen op de wijze waarop dat, helaas, door de bonden wordt voorgeschreven. Ook die vereniging zit met dat probleem en kan daar niet omheen. Uitgaande van die situatie en rekening houdend met de normen die landelijk op dit gebied worden gesteld bij handbal, n.1. per 8 teams één verhard veld om in competitieverband mee te mogen spelen, hebben wij gemeend dat het net mogelijk was om twee velden aan u voor te stellen, zodat de 22 teams hun spel kunnen spelen. Bij de besluitvorming rond dit geheel heeft natuurlijk ook een rol gespeeld de financiële situatie en wij hebben dan ook advies ingewonnen over de kosten, waarbij bleek dat, uitgaande van het feit dat wij twee velden aan u wilden voorstellen, bij aanleg van één veld er een bedrag van 150.000,= nodig is, bij de aanleg van twee velden zat er een vermindering in van 50.000,= zodat de kosten voor de aanleg van twee verharde velden op 250.000,= komen. Wij gaan wel van een geraamd bedrag uit, maar bij het verder vaststellen hoe dat bedrag zou moeten uit vallen, zijn wij uiteraard gaarne bereid om, zo mogelijk, twee of meer offertes aan u voor te leggen, zodat u duidelijk kunt zien of de raming te hoog was of niet. We hopen dat die te hoog is, maar we kunnen op dit moment niet anders dan de raming volgen. Heer STRIETMA.NMijnheer de voorzitter, wij hebben een voorstel ingediend

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 215