- 21 -
25 oktober 1984
en ander kunnen afwegen. Wanneer u bovendien in de hoofdlijnen voor het
welzijnsbeleid het woord 'Artishock' en 'de Borg' enz. weglaat, wanneer
u dan ook nog zegt dat de cultuurnota van 1977 voorshands geen bijstelling
behoeft, terwijl er een heel belangrijk muziekjaar 1985 voor de deur staat,
terwijl er in Soest allang geen beelden meer geplaatst kunnen worden omdat
er geen geld voor is en u allerlei andere beperkingen heeft aangebracht,
er inmiddels een uitstekende nieuwe galerie in Soest is gekomen en nog
een aantal andere belangrijke culturele voorzieningen op partikulier gebied,
dan denk ik dat u die cultuurnota van 1977 ras moet bijstellen en dat de
rest van uw hoofdlijnen volkomen misplaatst zijn. Ik verwerp daarom uw
hoofdlijnen voor een te voeren welzijnsbeleidsplan
Mevr. MEIJER: Mijnheer de voorzitter, ik begrijp dat de raad eerst de
hoofdlijnen voor het te voeren welzijnsbeleid moet goedkeuren en dat dan
de wethouder van welzijn met het overleg met de diverse instellingen kan
beginnen. We zullen dus maar met dit plan beginnen, anders kunnen we niet
over de voor ons liggende bezuinigingen praten. Daar is nu juist goed
overleg voor nodig en het zorgvuldige overleg is één van de punten in de
hoofdlijnen. Ik heb het al in de commissie welzijn gezegd, dat ik dit
plan als een soort bevalling zie. Het was een moeilijke bevalling, dat kan
gezegd worden en het kind is zoals gebruikelijk bij moeilijke bevallingen
nog niet al te mooi. Ik hoop dat het fantastisch wordt en dat we in de toe
komst heel gelukkig kunnen zijn dat dit plan geboren is. Ik neem toch aan
dat het plan gemaakt is zodat er meer samenhang tussen de diverse instel
lingen komt, meer efficiency, niet dezelfde aktiviteiten, doelmatiger gebruik
van de gebouwen, het poolen van onderhoud. Wat moet daar het resultaat van
zijn? Enorme kostenbesparingen, maar het behouden van aktiviteiten en tevens
van kwaliteiten. Het zou prachtig zijn voor de toekomst van dat hele mooie
'kindje'. Maar besparingen krijgen we ook door bijvoorbeeld hard te roepen
dat er weer een herwaardering is voor de inbreng en het werk van vrijwilli
gers. U bedoelt daar toch niet mee: beroepskrachten eruit en vrijwilligers
erin? U weet toch ook wel dat een aktiviteit niets is zonder een beroeps
kracht? De beroepskracht brengt zijn deskundigheid over op de vrijwilliger,
hij zal dus altijd een stukje uitvoerend werk moeten blijven doen. Als we
het hebben over het samengaan van verschillende aktiviteiten in één
accommodatie, wat zeer kostenbesparend is, dan is overleg zeer belangrijk,
want wie bepaalt wie blijft en wie niet? Als we het hebben over verhoging
van eigen bijdragen, dan zou dat in sommige gevallen best kunnen, maar in
andere gevallen kan het betekenen dat een grote groep, waarvoor zo'n
aktiviteit is opgezet, daardoor noodgedwongen moet afvallen. Op deze manier