- 23 - 25 oktober 1984 Voor een deel vinden wij de tekst nog te dirigistisch, te uitgebreid, af en toe wat 'wollig' en er zijn hier en daar ook opmerkingen verwerkt die wij niet hebben aanvaard als uitgangspunt. Als voorbeeld: een geografische spreiding is door ons niet als uitgangspunt aanvaard, het komt wel in het stuk op blz 6 naar voren. Zoals gezegd, wij vinden dat de tekst hier en daar wat korter, wat concreter kan. Met mevr. Greefhorst wil ik u voorstel len doen toekomen om de tekst hier en daar toch nog wat aan te scherpen. Aparte aandacht wil ik voor de methode van systematische afweging. Wij plaatsen grote vraagtekens bij het realiseerbare daarvan. Graag willen wij van de wethouder, ter bespreking in een komende vergadering van de commissie welzijn,een notitie over hoe hij zich die uitwerking voorstelt. Daarbij willen wij betrokken zien de rol die de commissie welzijnsplanning in deze kan vervullen. Burgers bij het beleid van de burger-raadsleden -want wij zijn ook gewoon burgers- betrekken is goed, maar het moet wel zinvol blijven, we moeten met die bevindingen wat kunnen doen. Naar wij begrepen hebben zet ook de commissie welzijnsplanning zelf vraagtekens bij zijn rol en funktie. Wij willen daar serieus over praten. Opgemerkt moet overigens worden, dat de samenstelling van deze commissie inmiddels wel is veranderd, zodanig dat nauwelijks nog gesproken kan worden over belangstellende burgers, omdat dezelfde personen ook al optreden in het overleg met de wethouder die het overleg met de instellingen moet gaan voeren. Mevr. Greefhorst zal direkt enige tekstwijzigingen voorstellen. Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, de hoofdlijnen voor een te voeren welzijnsbeleid zijn opgesteld vanuit het uitgangspunt van de neutrale overheid. Dit uitgangspunt is niet het mijne. Naar mijn oprechte overtuiging is de hele gemeenschap gebaat met naleving van Gods wet, de bekende tien geboden daarvan zijn een voortreffelijke samenvatting. Nu begrijp ik dat een dergelijke regel niet voor alle aktiviteiten valt af te dwingen, er is vrijheid van het houden van aktiviteiten. Het ligt evenwel anders als het om aktiviteiten gaat waaraan overheidssteun wordt verleend. Alsdan dient de overheid, als dienaresse Gods, geen steun te geven aan aktiviteiten die strijden met Zijn geboden. Daarom vind ik het van essentieel belang, mijn heer de voorzitter, dat daarvan gewag wordt gemaakt onder punt 2 van uw notitie. Ik verzoek u dan ook met een dergelijke aanvulling te komen. Ik heb terzake wel een suggestie, onder punt 2 zou een punt e. kunnen worden toegevoegd, luidende: "algemeen uitgangspunt is dat de welzijnsaktiviteiten waarvoor de gemeente materiële steun verleent, niet strijdig mogen zijn met de wet des Heren". Mijnheer de voorzitter, voor zover nodig zal ik de raad door middel van een motie om een uitspraak vragen. Ik mag toch aanne-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 240